Aanmelden




Laden…

Even geduld...

Uitwerking van het professionaliseringstraject: Externe Focus

De ondersteuningsteams kiezen in het begin van het professionaliseringstraject één externe focus uit de drie externe focussen, geïnspireerd door de vraag waar het OT op dat moment staat in de operationalisering van de visie op ondersteuning (flexibele inzet volume, duurtijd, competenties). We voorzien in het traject twee momenten waar we gericht (inhoudelijke) input geven aan de teams afhankelijk van hun noden en hun leerproces. Op die manier krijgen de ‘lerende netwerken’ voldoende voeding om professioneel leren als ondersteuners mogelijk te maken en met de eigen praktijk aan de slag te gaan. Uiteraard is er ook ‘deskundigheid’ aanwezig binnen de teams, die we zullen inzetten om te leren van elkaar.

Met de eigen praktijk aan de slag gaan is van cruciaal belang om sterker te worden en elkaar te versterken binnen het ‘lerend netwerk’. Aangezien we binnen een lerend netwerk uitgaan van de beginsituatie van teams en willen ingaan op de noden, zijn de operationele doelen, inhouden en werkvormen in onderstaande sessies opties van wat aan bod zou kunnen komen. De inhouden en werkvormen kunnen aangepast worden naargelang het proces dat gelopen wordt. Tussendoor acties uitvoeren in de eigen praktijk is een voorwaarde om zich optimaal te professionaliseren; vandaar geïntegreerde opdrachten na een sessie waarop een inhoudelijke input wordt gegeven. Ondersteuners zullen dan ook alle partners nodig hebben (collega leerkrachten, zorg coördinator, directie, ouders, leerlingen, CLB..) om acties uit te proberen in de praktijk en samen te verwerken/te verdiepen binnen het lerend netwerk als ondersteuner. We zetten dus in op professionalisering via co-creatie.

Externe focus: Hoe leerkracht– en schoolteamgericht ondersteunen tot op de klasvoer?

Deze externe focus kadert als volgt binnen het ondersteuningsmodel: Met effect op de klasvloer ondersteunen betekent, naast leerlingengericht werken, ook leerkrachten en schoolteams versterken in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Ondersteuners zijn op zoek naar manieren om leerkrachten en schoolteams sterker te maken in hun handelen naar leerlingen. Dit vraagt andere, meer gerichte competenties van ondersteuners qua communicatie, coaching, advisering en organisatie van de ondersteuning. Daarbij is er vooral nood aan professionalisering rond coachende vaardigheden. Ondersteuningsteams die hier gericht op willen inzetten kiezen voor de focus ‘hoe leerkracht- en schoolteamgericht ondersteunen tot op de klasvloer?’.

Operationele doelen

  • Het ondersteuningsteam kan coachende vaardigheden inzetten om t.a.v. leerkrachten en schoolteam.
  • Het ondersteuningsteam kan methodieken ontwikkelen om leerkracht- en teamgerichte ondersteuning concreet vorm te geven
  • Het ondersteuningsteam kan veranderings- en schoolontwikkelingsprocessen initiëren en ondersteunen.

Inhouden

Via een lerend netwerk gaan we op zoek naar antwoorden op onderstaande vragen. Afhankelijk van de beginsituatie van de ondersteuningsteams kiezen we in samenspraak welke vragen meer of minder aan bod komen. Teams starten met het in kaart brengen van hun beginsituatie m.b.t. deze externe focus en komen tot een gezamenlijk doel om te onderzoeken in hun praktijk. Samen ontwikkelen ze een actie om uit te proberen en te oefenen met andere partners. Later evalueren ze de genomen acties en sturen bij waar nodig. Teams ontwikkelen zich verder in de richting van een proces van samenwerkend leren.

  • Welke coachende vaardigheden hebben we als ondersteuner nodig om de focus op leerkracht –en teamgerichte ondersteuning te bereiken?
  • Hoe brengen we de maatregelen die we ontwikkelen op de klasvloer voor enkele leerlingen binnen voor de volledige klas/meerdere klassen, de klasteams of de schoolteams? Welke kennis, vaardigheden en attitudes hebben we hiervoor nodig?
  • Welke vormen van ondersteuning of partnerschappen kunnen we binnen de school opzetten om wat we uit de ondersteuning leren door te trekken op klas/team en/of schoolniveau?
  • Welke bestaande overlegorganen kunnen we gebruiken op de school om ‘good practices’ te delen, te gaan verspreiden?
  • Via welke methodieken kunnen we leerprocessen stimuleren voor meerdere teamleden/de school?
  • Op welke manier kunnen we lerende netwerken doen ontstaan binnen de school?

Didactische werkvormen

Concrete inhouden (inputs) en werkvormen worden flexibel gekozen na de beginmeting/beginsituatie en hangen af van de noden van de teams.

Motivering

Met effect op de klasvloer ondersteunen betekent, naast leerlingengericht werken, ook leerkrachten en teams versterken in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Ondersteuners zijn op zoek naar manieren om leerkrachten en teams sterker te maken in hun handelen naar leerlingen. Dit vraagt andere, meer gerichte competenties van ondersteuners qua communicatie, coaching, advisering en organisatie van de ondersteuning. Ondersteuners zullen inventief op zoek moeten gaan naar kanalen om leerkrachten op zo’n manier te gaan ondersteunen dat niet alleen de leerlingen opnieuw kunnen groeien en participeren, maar leerkrachten en teams ook inspiratie, kennis, vaardigheden en attitudes aangeleverd krijgen om hun leerkrachtenstijl, aanbod en aanpak bij te sturen in functie van verschillende specifieke onderwijsbehoeften. Ondersteuners versterken in hun coachende vaardigheden wordt een must. Daarnaast zullen ondersteuners ook systemen/patronen die participatie en leren in de weg staan, in vraag moeten kunnen stellen en de juiste schoolpartners aansturen om deze systemen meer inclusief te maken. Uiteraard is dit niet de opdracht van de ondersteuner alleen en zullen we hiervoor inzetten op sterke partnerschappen binnen de school.

Externe focus: Onderwijsbehoeften van leerlingen en ondersteuningsnoden van leerkrachten helder krijgen, op elkaar afstemmen en doelgericht acties kiezen

Deze externe focus kadert als volgt binnen het ondersteuningsmodel: een school gewoon onderwijs stelt een ondersteuningsvraag aan een ondersteuningsnetwerk. Deze vraag en aanbod dienen op elkaar afgestemd te worden. Daarbij is het belangrijk om de ondersteuningsbehoeften van de leerling enerzijds en ondersteuningsnoden van de leerkrachten anderzijds helder krijgen, op elkaar afstemmen. Dit vormt immers de start van het traject dat de ondersteuner en school samen lopen en waarbij doelgerichte acties worden genomen. Die acties bevinden zich op leerling, leerkracht en schoolniveau.

Operationele doelen

  • De deelnemers kunnen vraag en aanbod op elkaar afstemmen via verschillende stappen zoals vraagverheldering, op maat doelstellingen, aanpak of plannen uittekenen en uitvoeren rekening houdend met het uitgangspunt van leraar(team)gerichte ondersteuning.
  • Het ondersteuningsteam kan een visie op vraagverheldering, doelbepaling, actieplan en evaluatie ontwikkelen, rekening houdend met specifieke noden en zorgzwaarte van de ondersteuningsvraag met als doel de flexibele inzet van volume, duurtijd en competenties hierop af te stemmen.
  • Het ondersteuningsteam kan hiertoe een stappenplan ontwikkelen om vraag en aanbod op elkaar afstemmen (vraagverheldering, op maat doelstellingen kiezen, plan van aanpak en evaluatie) en houdt hierbij rekening met het perspectief van alle betrokkenen (leerling, leerkracht, schoolteam, ouders)
  • Het ondersteuningsteam oefent enkele methodieken om het perspectief van alle betrokkenen te verbinden en op te nemen in het proces van de ondersteuning.

Inhouden

Effectieve ondersteuning is mogelijk als de doelen, onderwijsbehoeften, ondersteuningsnoden en maatregelen afgestemd worden met alle betrokkenen. De mate van de doelgerichtheid en de gedragenheid van de vraagverheldering en het plannen van de aanpak heeft een grote invloed op de kwaliteit van het ondersteunen. Ondersteuners ondervinden dat ze soms te snel meegaan in het handelen en te weinig stilstaan bij beeldvorming, vraagverheldering en samen doelgericht acties plannen. Ondersteuningsteams kiezen voor deze focus als ze hier samen met de partners binnen en buiten de school sterk op willen inzetten.

Didactische werkvormen

Afhankelijk van de noden, worden instrumenten en/of werkvormen ingebracht om het lerend netwerk te voeden. Daarbij denken we aan volgende instrumenten en/of werkvormen:

  • M-cirkel: Dit instrument helpt leraren/scholen via een oplossings –en handelingsgerichte manier de onderwijsbehoeften en ondersteuningsnoden in kaart te brengen met een zo groot mogelijke participatie en leergroei als doel.
  • Een Community of Practice als katalysator om tot heldere onderwijsbehoeften, ondersteuningsnoden, doelen en maatregelen te komen. Kan de CoP methode, met alle partners, helpen om de leerling te versterken qua participatie en leergroei bevorderen?

We gaan vanuit de idee van de CoP op zoek naar ideeën of werkvormen waarbij alle partners evenwaardig betrokken worden bij de vraagverheldering, doelbepaling, formuleren van onderwijs –en ondersteuningsbehoeften en bepalen van maatregelen.

  • PDCA-cirkel als evaluatie van de genomen acties

Motivering

We merken dat leerkrachten en ondersteuners het een grote uitdaging vinden om de onderwijsbehoeften van leerlingen en de ondersteuningsnoden van leerkrachten concreet te formuleren en de aanpak doelgericht op elkaar af te stemmen. Daarnaast leert ervaring ons ook dat men soms ‘te’ snel en ‘te’ eenzijdig overgaat van de barrières naar de maatregelen zonder voldoende stil te staan bij de onderliggende factoren van barrières en zorgvragen. Dit heeft ook invloed op de effectiviteit van de maatregelen.

Externe focus: Samen sterk omgaan met probleemgedrag

Deze externe focus kadert als volgt binnen het ondersteuningsmodel: een school gewoon onderwijs stelt een ondersteuningsvraag aan een ondersteuningsnetwerk op basis van een HGD-traject dat werd gelopen met een leerling die probleemgedrag stelt op school en uitmondt in een ondersteuningsvraag. Zowel het gedrag van deze leerling als de wijze waarop zijn/haar omgeving, in casu de klasleerkracht(en) en het schoolteam, hiermee omgaan komen hierbij in de focus.

Operationele doelen

  • Vaardigheden, kennis en attitudes van leerkrachten en schoolteam vergroten ten aanzien van omgaan met moeilijk gedrag:
    • Inzicht verwerven in het onderscheid tussen externaliserend en internaliserend gedrag
    • Inzicht verwerven in verschillen van probleemgedrag op basis van een aantal criteria zoals duur van het probleemgedrag, frequentie, intensiteit, situatie, stapeling, gevolgen en prognose
    • Gericht informatie leren verzamelen op basis van deze criteria met als doel adequaat te leren reageren, rekening houdende met de onderwijsbehoefte(n) van de leerling die probleemgedrag stelt en van de leerkracht die hier doelmatig leert mee om te gaan
    • Reflecteren op de eigen interactiestijl bij het omgaan met gedrag
    • In het kader hiervan gesprekken leren voeren met leerlingen, ouders en leerkrachten
    • Gepaste interventies aanreiken voor leerkrachten/schoolteams en strategieën leren hanteren, bijv.:
      • Bestaande aspecten van de klaspedagogiek en klasdidactiek beter afstemmen op sociaal emotioneel leren en uitdagend gedrag
      • Bestaande regels/afspraken, gedragsverwachtingen onder de loep nemen in functie van hun haalbaarheid, duidelijkheid en concreetheid
      • De aanpak van minder gestructureerde schoolmomenten zoals speeltijden, reftermomenten en uitstappen gaan afstemmen op de noden van leerlingen met ‘uitdagend’ en ‘grensoverschrijdend gedrag’ om hun participatie te garanderen
  • Vaardigheden, kennis en attitudes van de leerling(en) vergroten ten aanzien van omgaan met moeilijk gedrag, zowel op individueel niveau als op groepsniveau:
    • Leerling verwerft inzicht in zijn/haar probleemgedrag en hoe het ontstaat (zie criteria informatieverzameling)
    • De betrokkenheid van de leerling in het maken van gedragsverwachtingen wordt verhoogd om preventief om te gaan met uitdagend en grensoverschrijdend gedrag.
    • Leerling werkt in interactie met zijn/haar omgeving aan de doelen die op basis van handelingsgericht werken werden opgesteld

Inhouden

De input wordt voorbereid, rekening houdende met de beginsituatie van het OT inzake kennis, ervaring en expertise in ondersteuning van probleemgedrag. Hierin onderscheiden we twee niveaus:

  • Over welke kennis, ervaring en expertise beschikt het OT?
  • Hoe brengt het OT deze kennis, ervaring en expertise over en zet ze deze om in vaardigheden om er adequaat te leren mee omgaan?

Met andere woorden: het is één ding om over deze kennis, ervaring en expertise te beschikken, het is een andere zaak om deze over te brengen aan een schoolteam dat hierin een ondersteuningsvraag heeft en ze hierin vaardig te leren maken.

Voor de inhouden van deze module inspireren we ons op:

  • 'Groepsplan Gedrag. Planmatig werken aan passend onderwijs’, Kees van Overveld, uitgeverij Pica, 2012, 2015, .
  • ‘Groepsplan Gedrag in het voortgezet onderwijs. Planmatig werken aan passend onderwijs’, Kees van Overveld, uitgeverij Pica, 2014 voor het secundair onderwijs.
  • ‘De preventiepiramide. Preventie van probleemgedrag in het onderwijs, Johan Deklerck, m.m.v. Kees van Overveld, Uitgeverij Acco 2011
  • “Onderwijsarrangement Gedrag”: collega’s onder-steunen bij het (leren) omgaan met (opvallend) gedrag, Expertisecentrum Rotonde, Gorinchem, Nederland
  • ‘Samen Wijs! Herstelgericht werken op school. Ligand, Jana Barbier, Sijn Deprez, Michaël Michiels, Lieve Windels, , 2014, Acco Leuven en Den Haag.
  • ‘Index voor inclusie. Werken aan leren en participeren op school’ (3e volledig herziene editie), Ainscow. M & Booth TUCLL, UCLL, Heverlee (2015) , 190 blz

Didactische werkvormen

Planmatig werken vormt de rode draad van deze module. We starten met een beginmeting (zie eerste par. Inhouden): waar staat het OT wat betreft kennis, ervaring en expertise enerzijds en in het overbrengen van deze kennis, ervaring en expertise anderzijds? Op basis hiervan bepaalt het OT welke kennis men wil verdiepen en welke vaardigheden men wil aanleren met als doel dit te kunnen implementeren in de ondersteuning van scholen gewoon onderwijs die een ondersteuningsvraag stellen inzake omgaan met probleemgedrag. samenwerken

Motivering

Ondersteuningsnetwerken ervaren allemaal een toename van ondersteuningsvragen omwille van gedrag. Dit is niet nieuw. Ook in de waarborgprojecten werden veel ondersteuningsvragen gesteld omwille van gedragsproblemen. Leerlingen die probleemgedrag vertonen hebben een sterke impact op de subjectieve taakbelasting van de leerkracht. Vooral het externaliserend probleemgedrag van leerlingen, zoals acting out, kan leerkrachten naar de keel grijpen. Het raakt hen en is emotioneel belastend. Hier alleen als leerkracht doeltreffend op reageren is bijna een onmogelijk zaak. Reageren op probleemgedrag moet mede op schoolteamniveau worden aangepakt opdat op een doeltreffende manier kan worden omgegaan met probleemgedrag. Dit betekent dat ook preventief op schoolteamniveau dient te worden gewerkt. Dit rendeert zowel voor de leerkrachten als voor de leerlingen. De ondersteuningsvraag vertrekt van een leerling, maar de aanpak situeert zich op leerling-, leerkracht- en schoolteamniveau. Kennis verwerven en vaardigheden aanleren zijn hier beide van belang op de drie niveaus.