Op basis van bestaande teksten wordt de opmaak van een tekst, op een efficiënte manier, aangeleerd.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
- Kennismaking met de werkomgeving van MS Word.
- Een bestaand document kunnen openen, een bestand invoegen en documenten afdrukken.
- Verschillende opties gebruiken om efficiënt door een document te navigeren met gebruik van de zoekfunctie.
- Tekenopmaak toepassen op een document.
- Alinea’s opmaken.
- Witruimte tussen alinea’s, regelafstand, tekstinsprongen, opsommingstekens en een initiaal toevoegen.
- Het juiste papierformaat en de afdrukstand kiezen, marges instellen, een kop- of voettekst invoegen, voet- en eindnoten maken, bladscheidingen regelen via sectie-einde, tekst in kolommen zetten.
- Wat is een sjabloon? Hoe gebruik je een sjabloon? Instellingen in een nieuwe sjabloon, een sjabloon gebruiken en aanpassen.
- Gebruiken van tabellen.
- Een afbeelding invoegen, in tekstregel, tekstomloop, vergroten, verkleinen, opmaken, watermerk.
- Organigram maken, wijzigen, invoegen - Grafiek maken, aanpassen, invoegen.
- Een logo ontwerpen met WordArt, tekstvakken gebruiken.
- Eigenschappen van een document openen, eigenschappen aanpassen, een document met opmerkingen, opmerkingen invoegen, aanpassen, verwijderen.
- Een document met wijzigingen: bekijken, bijhouden, accepteren of negeren.
|