De leden van een praktijkonderzoek zijn de ‘eigenaar’ van het onderzoek. Ze worden hierin ondersteund door een begeleider. Ze kunnen ook vragen om inhoudelijk expertise binnen te brengen. Het leren vindt niet enkel plaats tijdens de bijeenkomsten van het netwerk, maar ook tijdens het verder in de praktijk brengen en uitproberen tussentijds en het terugkoppelen van deze ervaringen.
Kenmerkend is dat:
• de leden stellen zelf een scherpe onderzoeksvraag binnen het thema waarvoor ze zich inschreven;
• het engagement van de leden is een voorwaarde om tot leren te komen;
• de gelijkwaardigheid van de leden en bereidheid tot delen is een voorwaarde om deze vorm van leren te doen slagen;
• de steun van de school(leiding) is nodig om tijd en ruimte te maken voor deze vorm van leren;
• de leden spreken zelf hoe er gewerkt wordt;
De eerste bijeenkomst wordt er onder de deelnemers afgesproken wanneer de volgende bijeenkomsten plaatsvinden, en hoe er tussentijds samengewerkt zal worden.
Er is een presentatiemoment van de resultaten voorzien tijdens de tweedaagse buo.