Keuze-optie 5
Competentiegericht onderwijs: Ludo Heylen
Het concept competentie is de laatste tijd zeer populair geworden. In het hoger onderwijs zegt men competentiegericht op te leiden. Maar eerlijkheidshalve moeten we zeggen dat de omslag naar competentiegericht opleiden niet overal even makkelijk verloopt. Of zoals Luc Stevens het zegt “men heeft wel de vocabulaire veranderd, maar (nog)niet de grammatica”; men praat heel veel over competentiegericht werken maar men worstelt met de vertaling ervan zowel naar het aanbieden van aangepaste leeromgevingen als naar het evalueren van competenties.
Ook in het TSO en BSO heeft men al een weg afgelegd rond het competentiedenken. De populariteit heeft vooral te maken met de verwachting dat het competentiedenken mee het probleem van de kloof tussen school en werkveld kan verkleinen (Biemans e.a ,2005). Vanuit dezelfde redenering hoopt men dat met het introduceren van het competentiegericht leren het aloude transfertprobleem kan opgelost worden. Via het focussen op competenties moet men de aangeleerde kennis en vaardigheden makkelijker in nieuwe contexten kunnen toepassen.
Maar hoe kan het competentiegericht leren concreet gestalte krijgen? Waar gaat het eigenlijk over? Hoe kan het een meerwaarde worden voor jongeren en leerkrachten? En hoe beïnvloedt het competentiedenken de evaluatie?
In deze vorming willen we je meenemen in het competentiedenken en de consequenties die dit heeft op de rol van de leerkracht. We willen aan de hand van voorbeelden en oefeningen competentiegericht leren zichtbaar maken.