Deze werkwinkel focust zich op het gebruik van tekstgebaseerde functies van artificiële intelligentie en hoe deze kunnen toegepast worden in de lessen klassieke talen. De bedoeling is vooral om elkaar te verrijken met ideeën en een summiere oplijsting te bieden van enkele voorbeelden voor de lespraktijk. Concreet wordt er stilgestaan bij enkele manieren waarop deze chatbots kunnen toegepast worden door leerkrachten bij hun voorbereidingen (bv. genereren van oefeningen, versimpelen van teksten ...). Dit wordt gedaan aan de hand van een PowerPoint, waarop enkele toepassingen worden getoond. Daarnaast wordt er ingegaan op welke plek deze chatbots hebben in de les bij leerlingen (bv. als vertaalhulp, vorm van levend Latijn/Grieks ...).

In deze werkwinkel is er ook ruimte voor discussie en het uitwisselen van ideeën en toepassingen.

In deze werkwinkel maken leerkrachten kennis met postklassieke wetenschappelijke teksten die toegankelijk zijn voor leerlingen Latijn in het vierde, vijfde en zesde jaar. We starten met een korte algemene beschouwing over de rol van het Latijn in de ontwikkeling van de natuurfilosofie en wetenschappen in de vroegmoderne periode. Vervolgens reiken we concreet tekstmateriaal aan dat inspeelt op de noden en de bestaande lespraktijk van leerkrachten Latijn. Zo ontdekken we de aanschouwelijkheid en literaire rijkdom van de titelpagina's van wetenschappelijke werken. Ook koppelen we Plinius' brief over de Vesuviusuitbarsting aan René Descartes' onderzoek naar aardbevingen en bespreken we Latijnse poëzie in het werk van de Brugse ingenieur Simon Stevin. Ten slotte bouwen we een lessenreeks op waarin Aeneas' boottocht vanuit Troje ons via Copernicus tot bij Newton en zijn befaamde bewegingswetten brengt.

In deze werkwinkel bestuderen we diverse post-klassieke werken:

• Flandria Illustrata door Sanderus, de Lonely Planet van de 17e eeuw
• Het narrenschip van Sebastian Brant, alleen voor dwazen! (versie Yper Museum: 1497)
• Het geheim van het chronogram, in 17e eeuwse gravures door Guillaume du Tielt
• Een Latijns schoolschrift uit de 18e eeuw
• Een oorkonde uit 1208 in een deksels middeleeuws handschrift

De werken worden geïntroduceerd, zijn te consulteren in een opdrachtenbundel en er wordt verwezen naar het fysieke exemplaar in het Yper Museum. Hierna volgt een korte voorstelling van de werkwinkel post-klassiek Latijn in het Yper Museum.

In deze teach meet gaan we samen aan de slag rond het thema: lesdoorbrekende activiteiten organiseren op school voor leerlingen klassieke talen. We bekijken dit zowel voor leerlingen Latijn als Grieks, voor eerste, tweede en derde graad. We willen brainstormen, good practices delen en waarschuwen voor valkuilen. Dit alles is zeer concreet: welke activiteiten worden georganiseerd? Hoe pak je dit aan? Welk concept werkt voor welke doelgroep? Hoe begin je eraan? Waar moet je bij de voorbereiding zeker rekening mee houden? Eigen inbreng wordt ten sterkste aangemoedigd, maar ook wie vooral ideeën komt opdoen, is welkom.

Deze werkwinkel focust zich op het gebruik van tekstgebaseerde functies van artificiële intelligentie en hoe deze kunnen toegepast worden in de lessen klassieke talen. De bedoeling is vooral om elkaar te verrijken met ideeën en een summiere oplijsting te bieden van enkele voorbeelden voor de lespraktijk. Concreet wordt er stilgestaan bij enkele manieren waarop deze chatbots kunnen toegepast worden door leerkrachten bij hun voorbereidingen (bv. genereren van oefeningen, versimpelen van teksten ...). Dit wordt gedaan aan de hand van een PowerPoint, waarop enkele toepassingen worden getoond. Daarnaast wordt er ingegaan op welke plek deze chatbots hebben in de les bij leerlingen (bv. als vertaalhulp, vorm van levend Latijn/Grieks ...).

In deze werkwinkel is er ook ruimte voor discussie en het uitwisselen van ideeën en toepassingen.

In deze werkwinkel maken leerkrachten kennis met postklassieke wetenschappelijke teksten die toegankelijk zijn voor leerlingen Latijn in het vierde, vijfde en zesde jaar. We starten met een korte algemene beschouwing over de rol van het Latijn in de ontwikkeling van de natuurfilosofie en wetenschappen in de vroegmoderne periode. Vervolgens reiken we concreet tekstmateriaal aan dat inspeelt op de noden en de bestaande lespraktijk van leerkrachten Latijn. Zo ontdekken we de aanschouwelijkheid en literaire rijkdom van de titelpagina's van wetenschappelijke werken. Ook koppelen we Plinius' brief over de Vesuviusuitbarsting aan René Descartes' onderzoek naar aardbevingen en bespreken we Latijnse poëzie in het werk van de Brugse ingenieur Simon Stevin. Ten slotte bouwen we een lessenreeks op waarin Aeneas' boottocht vanuit Troje ons via Copernicus tot bij Newton en zijn befaamde bewegingswetten brengt.

Deze werkwinkel wil leerkrachten een kader aanreiken waarmee ze de oorzaken van tempoverschillen tussen leerlingen kunnen concretiseren. Daarbij aansluitend worden er mogelijkheden voorgesteld om de didactiek aan te passen. Ten slotte worden er voorbeelden van activerende werkvormen gegeven die de tempoverschillen tussen leerlingen kunnen opvangen en is er ruimte om ideeën en materiaal uit te wisselen.

Deze werkwinkel is gericht op de 1ste en de 2de graad.

In deze werkwinkel bestuderen we diverse post-klassieke werken:

• Flandria Illustrata door Sanderus, de Lonely Planet van de 17e eeuw
• Het narrenschip van Sebastian Brant, alleen voor dwazen! (versie Yper Museum: 1497)
• Het geheim van het chronogram, in 17e eeuwse gravures door Guillaume du Tielt
• Een Latijns schoolschrift uit de 18e eeuw
• Een oorkonde uit 1208 in een deksels middeleeuws handschrift

De werken worden geïntroduceerd, zijn te consulteren in een opdrachtenbundel en er wordt verwezen naar het fysieke exemplaar in het Yper Museum. Hierna volgt een korte voorstelling van de werkwinkel post-klassiek Latijn in het Yper Museum.

In deze teach meet gaan we samen aan de slag rond het thema: lesdoorbrekende activiteiten organiseren op school voor leerlingen klassieke talen. We bekijken dit zowel voor leerlingen Latijn als Grieks, voor eerste, tweede en derde graad. We willen brainstormen, good practices delen en waarschuwen voor valkuilen. Dit alles is zeer concreet: welke activiteiten worden georganiseerd? Hoe pak je dit aan? Welk concept werkt voor welke doelgroep? Hoe begin je eraan? Waar moet je bij de voorbereiding zeker rekening mee houden? Eigen inbreng wordt ten sterkste aangemoedigd, maar ook wie vooral ideeën komt opdoen, is welkom.