Je merkt misschien ook dat het steeds moeilijker wordt om jouw passie en inzichten in wiskunde over te brengen naar de leerlingen. Vanuit schooleigen evaluaties en diverse bronnen, zoals doorlichtingen, Vlaamse en internationale peilingen, zien we dalende resultaten voor wiskunde.

Ontdek de kracht van inzetten op probleemoplossend denken, parate kennis, differentiatie, leermotivatie en effectieve didactiek.

Ben je benieuwd hoe jouw wiskundelessen bij leerlingen meer leerwinst en leermotivatie opleveren? Schrijf je dan nu in voor dit begeleidingstraject.

• Je krijgt inzicht in de betekenis en het belang van oplossen van vraagstukken en problemen.
• Je oefent probleemoplossend denken via concrete opdrachten en methodieken.
• Je ontwikkelt een visie of kader rond het gebruik van hulpmiddelen voor wiskunde in de brede basiszorg als ondersteuning van probleemoplossend denken.
• Je versterkt je inzicht in basisgeletterdheid met toepassingen in een betekenisvolle context.
• Je versterkt je lessen en motiveert je leerlingen door effectieve didactiek en vormen van differentiatie.
• Je versterkt je inzichten in taalgericht vakonderwijs in relatie tot wiskunde.
• Je gaat onder begeleiding in overleg met je vakgroep en het beleidsteam om de gevolgen van de schoolvisie van de implementatie en de schoolorganisatie duurzaam te verankeren.

• Leraren wiskunde 1ste graad B-stroom
• Directieleden sluiten aan bij vakoverleg in de eigen school als onderdeel van het begeleidingstraject. 

In dit begeleidingstraject engageer je je voor vier opeenvolgende componenten:

Via een online bevraging peilen we voor aanvang van het traject naar de schooleigen beginsituatie in de werking rond probleemoplossend denken, parate kennis en toegepaste vormen van differentiatie en evaluatie.

1. Op de eerste dag behandelen we het oplossen van vraagstukken en problemen in al hun facetten. We oefenen diverse methodieken en bereiden lessen voor aan de hand van concrete opdrachten. De rode draad doorheen de sessie is het gebruik van effectieve didactiek en het opstellen en toepassen van een leerlijn parate kennis.
2. Op de tweede dag bespreken we de tussentijdse voorbereiding van de leerlijn parate kennis. We benadrukken het belang van het gebruik van vak- en instructietaal en we versterken onze inzichten in taalgericht vakonderwijs in relatie tot wiskunde. We werken hiervoor samen met de pedagogisch begeleider taalbeleid. We besteden ruim aandacht aan evaluatie van probleemoplossend denken, mogelijkheden tot differentiatie betreffende inhoud en organisatie. Bovendien reiken we praktische handvaten aan om de leermotivatie van de leerlingen te vergroten.
3. Om het traject duurzaam te kunnen verankeren ondersteunen wij een vakoverleg op school met de vakgroep wiskunde eerste graad in de aanwezigheid van een directielid. We gaan samen na hoe de vakgroep de leerlijnen oplossen van problemen en parate kennis heeft doorontwikkeld. We borgen wat goed is, versterken wat beter kan en zoeken naar oplossingen voor bijhorende aandachts- en werkpunten. De gevolgen van de schoolvisie op de implementatie en op de schoolorganisatie worden besproken met de leraren en het beleidsteam. Bij de verdere implementatie kan de school steeds vrijblijvend beroep doen op de vakbegeleider, schoolbegeleider of professionaliseringen.

We bieden een gelijkaardig traject aan voor leraren wiskunde B-stroom. Indien scholen deelnemen aan beide trajecten wiskunde A-stroom en B-stroom zal het afsluitend vakoverleg in de school bij voorkeur gezamenlijk georganiseerd worden. We bespreken dit met de betreffende scholen.

Het traject bestaat uit een afwisseling van informatiedeling, activerende werkmomenten, tussentijdse opdrachten, intervisiemomenten met voldoende ruimte voor de deelnemers om hun eigen input te geven en onderling te overleggen. 

Het traject bestaat uit 3 momenten. Je schrijft hier in voor 2 gezamenlijke volle lesdagen (inclusief lunch), de derde wordt georganiseerd in eigen school op een afgesproken moment.

Scholen schrijven in met een vast team en voor het gehele traject.
We vragen de bereidheid van het team om steeds met dezelfde leraren wiskunde de sessies bij te wonen en om tussentijds met de verworven inzichten, gestelde doelen en ontworpen materialen of voorbeelden te experimenteren.