Na deze sessie kun je:

• een GPS instellen voor een wandeling of oriëntatieloop
• lokalisatie van stopplaatsen invoegen
• een kruimelspoor maken van een wandeling
• een hoogteprofiel maken
• software voor verwerking op de computer installeren en gebruiken
• digitale gegevens aflezen uit een GPS en deze importeren in een toepassing (Google Earth)
• gegevens presenteren en delen in enkele online / offline toepassingen
• digitale fotografie koppelen aan de GPS

Alle leraren aardrijkskunde, ook voor leraren die wensen gebruik te maken van de GPS en de mogelijkheden ervan (lichamelijke opvoeding, biologie …)

Het gebruik van een GPS-toestel beperkte zich enkele jaren geleden meestal tot een demonstratie aan leerlingen van het dure toestel dat geografische coördinaten van een plaats toonde. Nochtans biedt een GPS vele onvermoede toepassingen voor de les.

Deze module bestaat uit twee sessies.

• Het eerste onderdeel is een oefenwandeling in kleine groep met een GPStoestel. De wandeling in de openlucht laat toe om de mogelijkheden van een wandelGPS uit te testen en digitale informatie te verzamelen. Op stap gaan met een wandelGPS vraagt een goede voorbereiding.
  De informatie is op voorhand in het toestel opgeslagen (informatieve punten, routes en kaarten) of kan gedurende een wandeling worden verzameld (waypoint, tracks, tracklogs).
  Het is de bedoeling dat bij deze oefening de deelnemers in duo/trio werken en om beurt een GPS in de hand nemen, het toestel bedienen en gegevens aflezen. Er wordt gewerkt met één gps in een groepje van 2 tot maximum 3. In de klaspraktijk zullen ook leerlingen een dergelijk apparaat willen hanteren voor het aflezen van positie zoals dat nu reeds gebeurt met een kompas. Voor de GPS-toestellen in de les aardrijkskunde is het noodzakelijk dat er een topografische kaart (routeerbare TOPOkaart NGI) kan ingeladen worden zodat bij de leerlingen de routine met de papieren kaartversie (wegen- of stafkaart) behouden blijft.
• Het tweede onderdeel is aan de computer. De digitale gegevens of tracks die zijn verzameld bij een wandeling worden overgedragen naar een computer. Meestal wordt een programma samen met het GPStoestel meegeleverd om de gegevens uit te lezen. Voor Garmin is dat Mapsource. GPSdata bevatten een grote hoeveelheid aan gegevens van de punten (plaatsbepaling, hoogte) maar ook informatie over tijdstippen en de gelopen snelheid. Na het uitlezen van de gegevens kunnen deze worden gepresenteerd in freewaretoepassingen waaronder Google Earth, GPSTrack, RouteYou, G7ToWin, OziExplorer. De gegevens worden in enkele van deze programma's ingevoerd.
  Ook andere webtoepassingen zijn in staat om gegevens te verwerken en te presenteren om ze daarna te delen met andere gebruikers. Een ander voordeel van een GPS en van ICT-integratie is dat de digitale gegevens uitwisselbaar zijn. Punten en trajecten, met informatie en foto's, kunnen op een digitale vorm worden doorgegeven.

De aandacht gaat uit naar de didactische verwerking voor toepassingen binnen de leerplannen, met aandacht voor zelfstandig werken en leren, voor het verwerken van materiaal binnen een ICT-omgeving, voor binnen de vrije ruimte, LO of voor een oefening gedurende een geografische excursie.

De module bestaat uit 2 sessies. In de eerste sessie wordt met de GPS een wandeling gemaakt in de open lucht waarbij enkele belangrijke mogelijkheden van de GPS worden ingeoefend. De oefeningen gebeuren in kleine groepen (per 2 of 3 deelnemers) In de tweede sessie worden de digitale gegevens van de GPS naar de computer overgebracht en verwerkt.

Ondersteuning voor kaartlezen bij excursies (1ste tot 3de graad), lokaliseren en oriënteren in de schoolomgeving, op het terrein. (VVKSO – BRUSSEL D/2008/7841/038)

De mogelijkheden van GPS, (VVKSO – BRUSSEL D/2010/7841/073)

Basisvaardigheden bij aardrijkskunde (hoogte, situeren, informatie, lokaliseren)

Technieken bij LO (oriëntatielopen, kaartlezen) VVKSO – BRUSSEL D/2008/7841/039

Geactualiseerde herneming