Het kunnen situeren van functionerings-, evaluatiegesprekken en een persoonlijk

  ontwikkelingsplan (POP) in het professionaliseringsbeleid van hun organisatie.

- Functionerings- en evaluatiegesprekken op een juiste manier kunnen opbouwen, voorbereiden,  voeren en afronden.

- Het vaardiger worden in actief luisteren en doorvragen, in het geven van constructieve feedback en

  moeilijke boodschappen, in het helder formuleren van  een objectief oordeel.

- Het kennen van de positieve effecten van functionerings- en evaluatiegesprekken op de individuele

  prestaties van hun medewerkers.

- Aan de hand van functioneringsgesprekken de competenties en behoeften van

  hun medewerkers  in kaart kunnen brengen en analyseren.

- Het kunnen constructief omgaan met storingen in een gesprek en met ‘lastige

  praktijksituaties’, met

  de eigen emoties en met die van de gesprekspartners.

- Het kunnen omgaan met kritiek en weerstand.

- Op een respectvolle manier hun medewerkers aanspreken op verbeterpunten.

- Op een goede manier moeilijke boodschappen en negatieve feedback geven.

- Een standpunt of oordeel helder formuleren.

Leidinggevenden

Er wordt bij de opbouw van de inhoud vertrokken van de vragen en de noden van de deelnemers.

De theorie (zie ook inhoud van de doelen A) wordt hierop afgestemd en aan de hand van praktijkvoorbeelden en modellen uiteengezet.

Daarnaast worden praktische oefeningen voorzien in het inoefenen van gesprekstechnieken voor het voeren van een goed functioneringsgesprek of evaluatiegesprek. Feedback en coaching worden ingebouwd.

Integratie van de inhouden wordt beoogd via continue reflectieopdrachten en terugkommomenten.