In elk samenwerkingsverband tussen mensen (dus ook in schoolteams) heb je steeds te maken met twee complementaire processen: het taakproces en het groepsproces.
Ook als directeur hebben we met deze processen te maken: we schetsen op de personeelvergadering voor welke taak (taken) we staan, we zetten werkgroepen aan het werk.
Het team heeft een eigen geschiedenis met een bepaalde wijze van communiceren. Dit groepsproces is vaak niet zo goed zichtbaar maar speelt toch een grote rol in het opzetten en afwerken van de taak.
De ontwikkeling van een groep of een team loopt niet zonder meer vloeiend en rimpelloos.
Het groeien als team en de herpositionering van de leden doorheen deze evolutie brengt ook conflicten en groeipijnen met zich mee.
Deze worden zichtbaar in conflictueus groepsgedrag of individuele gedragsuitingen. Als ze tot uiting komen hebben ze vaak een lange, meer ondergrondse geschiedenis doorgemaakt.
De impact op de werking is groot en het geeft een bedreigend en onaangename sfeer voor het team maar ook voor jou als leider. Daarbij zijn de verwachtingen naar de directeur vaak hooggespannen, alsof je dit zonder meer zou kunnen oplossen.