Het begeleidingstraject start met een grondige beginsituatieanalyse (BSA), gebaseerd op schooldata, gesprekken met directie en leraren, en observaties in de klas. Op basis van deze analyse worden duidelijke en haalbare doelen geformuleerd. In nauwe samenspraak met het schoolteam worden vervolgens de prioriteiten bepaald en in volgorde van belangrijkheid gezet.
Een kernteam binnen de school komt op regelmatige basis samen om deze doelen te vertalen naar concrete acties. Ze ontwikkelen materialen en werkvormen die een directe impact hebben op de klaspraktijk. Zo wordt de vertaalslag van beleid naar klaspraktijk effectief gemaakt.
Doorheen het traject is er aandacht voor reflectie, bijsturing en evaluatie, steeds met de geformuleerde doelen voor ogen.