Per bezoekscyclus van door ‘Oh kom je eens kijken’ participeren drie scholen secundair onderwijs die bij voorkeur geografisch niet te ver uit elkaar liggen.
Wanneer je je inschrijft, nemen we met jou contact op voor een intakegesprek. Daarin bespreken we het gevraagde engagement en luisteren we naar jouw vragen. Dit gesprek zal meestal online plaatsvinden.
Elk van de drie deelnemende scholen visiteert twee keer, en is één keer gastheer. Bijvoorbeeld:
- Dag 1: bezoek aan school C door 3 leraren + 1 coördinator/directeur van school A én 3 leraren + 1 coördinator/directeur van school B
- Dag 2: bezoek aan school B door 3 leraren + 1 coördinator/directeur van school A én 3 leraren + 1 coördinator/directeur van school C
- Dag 3: bezoek aan school A door 3 leraren + 1 coördinator/directeur van school B én 3 leraren + 1 coördinator/directeur van school C
- De drie dagen eindigen telkens in een concreet eindverslag voor de school.
De standaard van een bezoekdag ziet er zo uit (maar kan flexibel ingevuld worden):
- 1ste lesuur: Introductie, praktische afspraken, …
- 2de-4de lesuur: De zes leraren voeren drie lesobservaties uit. Zij blijven de volledige les aanwezig.
- De twee directies/coördinatoren voeren twee lesobservaties uit. Het vierde lesuur hebben zij een gesprek met het schoolbeleid.
- In totaal kunnen op deze manier 22 lesobservaties worden uitgevoerd, bij voorkeur bij 22 verschillende leraren.
- Middaglunch op school + Bijeenbrengen eerste data: wat is ons opgevallen? Kort afstemmen ter voorbereiding op de gesprekken met de collega’s van de ontvangende school.
- 5de lesuur: Gesprekken met de geobserveerde leraren in vier groepen (geleid door telkens twee bezoekers).
- 6de lesuur - einde (rond 17u): Analyse, synthese, rapportering. We ronden de dag af met een afgewerkt rapport waarin elke bezoeker zich kan vinden (consensus).
Wanneer jouw school bezoekers ontvangt, krijg je aan het eind een beknopt verslag met daarin
- Een beschrijvend antwoord op de drie vragen uit de focus:
- Wat leert de leerling? (Hoe weet ik dat, concreet gedrag?)
- Wat doet de leerkracht hiervoor tijdens de les? (Hoe weet ik dat, concreet gedrag?)
- Wat doet de school om dit te faciliteren? (Hoe weet ik dat, concrete acties?)
- Een reeks pluimen en aanbevelingen
- Ideeën en suggesties die de bezoekende deelnemers waardevol vinden voor de eigen werking.