Het zelfevaluatie-instrument rond de manier van werken in een bestuur onderscheidt negen bouwstenen voor de goede werking van een bestuur (o.a.planmatig werken, deskundigheid, relatie directie- bestuur).
In het zelfevaluatie-instrument rond het takenpakket en de taakverdeling in een bestuur toetst het bestuur de eigen werking aan de bestuurstaken uit het model van taakomschrijving voor bestuur en directie bij de syllabus Schouder aan schouder, exploreren van de relatie bestuur – directie.
Het bestuur krijgt in het zelfevaluatie-instrument voor de basishoudingen verschillende werkmethodes aangereikt om de basishoudingen te onderzoeken gaande van: “Wat verstaan we samen onder deze basishoudingen?” tot “Hoe kunnen we in ons bestuur werken aan deze basishoudingen die de grondslag vormen van onze handelswijze?
Voor de werkpunten die naar voor komen uit deze zelfevaluatie zet het bestuur verbeteracties op, terwijl de positieve punten verankerd worden voor de toekomst.