Het gereedschappalet gebruiken. Vormen en figuren schetsen en stileren. Een ontwerp maken aan de hand van documentatie, vrij ontwerp.
Het gebruik van lagen, selecties, kleur, filters, schalen en spiegelen. Het werken met rasters, kleur en kleurpaletten.
Werken met lagen, verhoudingen, rasters en linialen.
Stalen ontwerpen.
Een bibliotheek aanmaken van vb.vormen, tekens, mouwen, kragen ...
Werken met tekst en tekst omzetten in objecten en bewerken.