Deze werkwinkel gaat over leiderschap en wel leiderschap naar het model van Jezus. Hij is bestemd voor leiders die op zoek zijn naar een tegelijk eigen en tegelijk nieuwe stijl van leiding geven. Jezus leidde door te dienen. Hij inspireerde anderen en bracht hen in beweging. Zijn leiderschap sluit naadloos aan bij de behoeften van mensen van de 21^ste eeuw. Laat u in deze werkwinkel verrassen door van Jezus te leren hoe u de leider wordt die mensen graag willen volgen.

Ben je op zoek naar een speelse manier om je leerlingen heel veel te leren over hoe je beter en samen kan leren omgaan met ruzies, misverstanden, kritiek en pesterijen?

BEESTENBERG kan je daarbij helpen:

Originele, plezante verhalen over een dorp, waar dieren van bij ons proberen samen te leven, elk met zijn kleine kantjes.

De ll. leren gevoelens uiten in een rol. Ze leren ook in rollenspelen de praktijk van bemiddelen, onderhandelen en conflicttransformatie.

Dit is een project van Pax Christi Vlaanderen.

Karel is auteur van Beestenberg

Gepensioneerd docent Karel de Grote, regentaat godsdienstwetenschappen

Ex-voorzitter Pax Christi Vlaanderen

Bezig met :

-conflicttransformatie en -bemiddeling,

-bibliodrama en biblioloog (actief werken met bijbelverhalen)

Wat is moeilijk gedrag…

                     …en waarom is het soms zo hardnekkig?

 Hebben kinderen wel altijd (gedrags)problemen…

                     …of bezitten ze bepaalde vaardigheden nog niet?

 Wat zijn de spelregels voor een doordachte aanpak?

 We bouwen in deze sessie aan een constructieve, doordachte manier van kijken naar en omgaan met kinderen met moeilijk gedrag.

 We zoemen ook in op een aantal –bekende- methodieken die pas efficiënt zijn wanneer ze correct gehanteerd worden.

We werken vanuit concrete voorbeelden in functie van de directe schoolpraktijk.

Bart is pedagogisch begeleider voor DPB Gent, vader van 2 kinderen, 10 jaar ervaring als leerkracht waarvan 5 jaar BO-ervaring, GON-begeleider, 8 jaar directeur, nascholer rond ondermeer ‘moeilijk gedrag’.

Gerda is deeltijds pedagogisch begeleider bewegingsopvoeding en  deeltijds taalbegeleider, 2 kinderen en 2 kleinkinderen, 17 jaar ervaring als leerkracht in het gewoon en buitengewoon onderwijs, 7 jaar als directeur.

Iedereen kent er wel een paar: leraren die alles lijken te kunnen. Die goede resultaten boeken, passie voor het vak overbrengen, het beste in hun leerlingen naar boven halen en ook nog eens orde weten te bewaren in de klas. Kortom, topleraren. Kwestie van “je hebt het of je hebt het niet?” Nee hoor, de vaardigheden van succesvolle leraren zijn vooral gebaseerd op simpele technieken die iedereen kan leren. De leerkracht moet beschikken over een gereedschapskist met technieken om de leeropbrengsten van de leerlingen te verhogen. M.a.w. de leerkracht moet fijne kneepjes onder de knie hebben om het niveau van het lesgeven te verbeteren. In deze werkwinkel gaan we in op enkele belangrijke uitgangspunten en enkele van 49 concrete technieken. Weinig spectaculair misschien, maar het gaat erom wat werkt, en misschien zijn we deze wat uit het oog verloren. Bovendien: wat voor de ene leerkracht wellicht vanzelfsprekend is, kan voor de ander een eyeopener zijn. Met deze technieken in het achterhoofd kan er een opbouwende dialoog ontstaan tussen directeur en leerkracht over de aanpak in de klas en de manier van werken. Er kunnen pluimen gegeven worden maar ook stimulansen en praktische tips vertrekkend van concrete situaties. (Doelgroep: directies lager onderwijs)

Henk De Reviere was 10 jaar onderwijzer in de OLV – Visitatie van Mariakerke., daarna was hij  6 jaar directeur in de Vrije Basisscholen Gavere en Semmerzake. Hij is nu zijn 12de jaar bezig als pedagogisch begeleider basisonderwijs in het bisdom Gent. 

‘De grootste moeilijkheden zitten tussen onze oren, daar zitten ook de grootste mogelijkheden.’

In deze workshop word je concreet uitgenodigd om tien praktische werkplezierpijlers aan je eigen levensstijl te toetsen en ervaringen te delen.   Zo ontdekken we samen via boeiende psychologische inzichten en concrete tips nog meer de kunst van ‘arbeidsvreugde’. We starten met een analyse van de stress en energieverlies, mogelijke stresssignalen en oorzaken.  Een stresstestje helpt om eigen stressgehalte te (h)erkennen.  De focus gaat echter vooral naar datgene wat zorgt voor meer energie, werkvoldoening en enthousiaste flow: een gezonde leefstijl, een doelgerichte aanpak, echte zingeving, constructieve denkgewoontes, een goed tijdsbeheer, positieve communicatie, ...  We eindigen met een concreet persoonlijk actieplan voor bevlogen draagkracht.  Werk- en leefplezier vloeien dan samen…

Sommige mensen veren op bij uitdagingen, voor anderen is elke uitdaging een hindernis.  Hoe dan ook, is het belangrijk om te leren omgaan met spanningen om zo leven en werken voldoende spannend te houden!  ‘Werklast’ wordt zo ‘werklust’! 

Marleen is pedagoog en docent in het Departement Lerarenopleiding KHLeuven, in PDCL en aan Universiteit Antwerpen en zelfstandig coach vanuit Helianthus

info zie www.helianthusinspireert.be

OPGELET! WIE ZICH HIERVOOR INSCHRIJFT, DIENT DIT OOK OP VRIJDAG TE DOEN (VERVOLGSESSIE)!

Goede muzische opvoeding op school, wat houdt dat in? Wat wordt van ons verwacht?

Hoe werk je een degelijke, haalbare en gedragen visie uit? En een muzisch werk- of beleidsplan?

Wat met het leerplan? Hoe maak je de implementatie ervan haalbaar en werkbaar voor je team?

Hoe breng je de beginsituatie op school grondig in kaart? En de werkpunten?

Wat met methodes? Wat is er op de markt? Hoe maak je een keuze en ga je ermee om? Kies je voor een muzotheek?

Hoe ga je aan de slag met het uitwerken van een leerlijn waarin horizontale en verticale samenhang zit verweven?

Hoe koppel je activiteiten aan leerplandoelen? Hoe breng je het streven naar of het bereiken van de realisatie van de leerplandoelen of eindtermen in kaart?

Hoe professionaliseer je je  werking? En je leerkrachten? Kies je voor een muzocoach? Een kernteam? Een muzoleerkracht voor een bepaald domein?

Hoe breng je muzische buiten je klasmuren? Klasoverschrijdend werken? Samenwerking met externen? Muzische op schoolniveau?

Nascholing en workshops? Welke nascholingen en workshops kan ik met mijn team volgen? Wat bieden ze ons?

Hoe evalueer je muzische?

Hoe werk je een muzische projectweek uit?

Wat met de doorlichting?

Hoe zorg je voor kwaliteitsvolle en ‘gedragen’ muzo op schoolniveau?

Kristof is onderwijzer van opleiding

10 jaar klasleerkracht 6^e leerjaar in Sint-Jozefsschool Eizer, Overijse

10 jaar directeur in Sint-Jozefsschool Eizer, Overijse

nu 5^e jaar pedagogisch begeleider bisdom Mechelen-Brussel, specialisatie muzische opvoeding

In een lerende school is competentieontwikkeling vanzelfsprekend. Maar is jouw school een lerende school? En hoe word je een lerende school? Is coaching een middel om een lerend team te creëren? In deze workshop gaan we samen op zoek naar antwoorden. We verhelderen het begrip ‘coaching’ en bekijken een aantal ervaringen van Vlaamse scholen. De tussentijdse onderzoeksresultaten van een onderzoek in Vlaamse context naar coaching zullen mee als leidraad dienen. De deelnemers wisselen uit over concrete mogelijkheden,moeilijkheden en valkuilen bij het inschakelen van ‘schoolinterne coaches’ om de lerende cultuur in de school te installeren of te optimaliseren. Ten slotte gaan we dieper in op de rol van de directie in de lerende school en de coachende houding die hij/zij daarbij kan aannemen.

Fien Loman is medewerker in het CT&O 

Deze sessie is een herhaling van vorig jaar, omdat er toen teveel aanvragen waren

De groeiende anderstaligheid is allang geen exclusief probleem meer van scholen in een grootstedelijk gebied. Meer en meer kinderen spreken meer dan één thuistaal. Maar dit zijn niet altijd de talen die in ons onderwijs aangeleerd worden. Hoe gaan wij hiermee om? Zien wij die meertaligheid als een rijkdom of als een probleem? Omdat taal één van de basisvoorwaarden voor het leren is, werd het belang ervan door de vorige én de huidige minister van onderwijs in hun respectievelijke taalbeleidsnota vermeld. De eerste maatregelen dienen zich aan: taalscreening, taaltrajecten en taalbaden. Opdat scholen dit beleidskrachtig zouden aanpakken, verwacht men  dat ze een talenbeleid voeren. Maar wat houdt dit eigenlijk in? In deze werkwinkel maakt u kennis met het stappenplan dat het Centrum voor Taal en Onderwijs hiervoor aanbiedt, maar leert u ook via het referentiekader met de 7 pijlers van Schrauwen en Van Braak breder te kijken naar deze problematiek.

Greet is taalbegeleider in scholen van ons bisdom met meer dan 35% SES-kinderen.

Johan is pedagogisch begeleider in Brussel en werkte voordien in het project ‘Rand en Taal’.

In het kader van de Talenbeleidsnota kreeg het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) de opdracht om een screeningsinstrument te ontwikkelen voor alle leerlingen die voor het eerst instromen in het lager onderwijs.

Het Screeningsinstrument Aanvang Lager Onderwijs Taalvaardigheid (SALTO) doet zo zijn intrede naast andere bestaande instrumenten.

Wat is SALTO en hoe verloopt de toetsafname ?

Hoe interpreteer je de resultaten ?

Wat na de SALTO ?

Is SALTO de enige toets die we mogen of kunnen hanteren ?

We trachten via relevante input, actieve werkvormen en een getuigenis na te gaan in hoeverre de SALTO een school op weg helpt om de taalvaardigheid van leerlingen te optimaliseren.

Antonio, Ingrid en Bart zijn taalbegeleiders in scholen van het bisdom Mechelen-Brussel met meer dan 35% SES-kinderen.

Het VVKBaO ontwikkelde een nieuw leerplan ‘Mediaopvoeding’. Dat is van kracht vanaf 1 september 2012. De krachtlijnen van dit leerplan werden reeds voorgesteld in het bisdom.

Hoe introduceer je dit leerplan nu in je school? Hoe vertaal je dit nu naar je school? Welke ondersteuningsmaterialen zijn er beschikbaar? Door het VVKBaO en in de verschillende diocesen is  al heel wat kant-en-klaar ondersteuningsmateriaal voor dit leerplan ontwikkeld.
Tijdens deze werkwinkel maken we kennis met al deze materialen, tonen we ze kort en krijg je ruimschoots de tijd om deze allemaal te verkennen.

Deze ondersteuningsmaterialen worden toegelicht en suggesties gegeven voor een aanpak in je school:

• concrete voorbeelden voor en gemaakt door leerkrachten die de 37 doelen uit het leerplan voor de basisschool concretiseren voor de verschillende leergebieden.
• een mediaportfolio om zicht te krijgen op het bereiken van doelen mediaopvoeding.
• het praktijkboek Mediaopvoeding met uitgewerkte lesactiviteiten en stappenplannen om de leerkrachten te ondersteunen bij het implementeren van dit leerplan.
• een kant-en-klaar scenario om het Leerplan Mediaopvoeding te introduceren in je school via een studiedag, PV, … ;
• kant-en-klare fiches met werkvormen, suggesties, videofragmenten, …. om dit scenario te implementeren en te ondersteunen;
• een overzicht van wat er in de verschillende leerplannen staat over mediaopvoeding en hoe leerkrachten deze doelen kunnen concretiseren?

In kleine groepen doorloop je zelf deze stappen van het introductiescenario, kan je zelf aan de slag gaan met de ondersteuningsmaterialen en is er ruimschoots plaats voor overleg.

Marcel en Vital zijn al 10 jaar werkzaam als pedagogisch begeleider VVKBaO en zijn ook verantwoordelijk voor Mediaopvoeding.
Eén van de sprekers heeft in de leerplancommissie Mediaopvoeding gezeteld.

OPGELET! WIE HIERVOOR INSCHRIJFT, DIENT ZICH OOK VOOR WW22 OP VRIJDAG IN TE SCHRIJVEN (VERVOLGSESSIE).

Inclusie is een complex gegeven dat vele vragen oproept. Steeds meer scholen gaan actief op zoek naar mogelijke antwoorden op vragen die het gevolg zijn van een (groeiende) diversiteit van leerlingen.

Wat betekent het om meer inclusief te denken in de maatschappij en in het bijzonder in het onderwijs? Welke uitdagingen gaan we als school tegemoet om meer inclusief onderwijs te gaan aanbieden? Welke mogelijkheden kunnen we benutten vanuit concrete ervaringen, regelgeving, UDL (Universal Design for Learning), HGW (HandelingsGericht Werken), vanuit een visie op de maatschappij…? Kortom, hoe kan je als school meer inclusief gaan denken en werk maken van inclusieve schoolontwikkeling?

Deze interactieve werkwinkel bestaat uit 2 sessies die op elkaar aansluiten. In de eerste sessie neemt Elisabeth De Schauwer, werkzaam aan de UGent sinds oktober 2000 op de vakgroep Orthopedagogiek, ons mee in de uitgangspunten en de succesfactoren bij inclusief onderwijs. In de tweede sessie gaan we dieper in op concrete vragen en bieden we mogelijke handvatten aan waarmee je als school aan de slag kunt gaan.

Elisabeth De Schauwer werkt sinds oktober 2000 op de vakgroep Orthopedagogiek. In het begin combineerde zij een job als medewerkster binnen het Expertisecentrum voor persoonlijke toekomstplanning met het werken als persoonlijk assistent en het coachen van teams binnen inclusief onderwijs. Sinds oktober 2004 werkte zij als voltijds assistent op de vakgroep waar inhoudelijk vooral werkte rond Inclusief Onderwijs en Disability Studies. In oktober 2011 start zij als doctor assistent en daarbij zal ze zich verder verdiepen in inclusie binnen het ruime veld van de orthopedagogiek.
Onderzoeksmatig werkt zij rond participatie van kinderen en jongeren binnen inclusief onderwijs. Zij heeft daarbij in september 2011 haar doctoraat afgerond. Het onderzoek heeft heel sterke wortels in de praktijk en gaat op zoek naar de perspectieven van kinderen, ouders, leerkrachten, enz. Daarmee wil zij onderzoek doen dat in dienste staat van sociale verandering en rechtstreeks geënt is op het dagelijks leven van kinderen en jongeren met specifieke ondersteuningsnoden.
Op vlak van onderwijs is zij verantwoordelijk voor het vak Diversiteit en Inclusie (3de Bachelor), Disability Studies (1e Master) en Theoretische orthopedagogiek (3e Bachelor). Daarnaast begeleidt zij ook masterproefonderzoek (1e en 2e Master) en orthopedagogische praktijk en stage (3e bachelor, 2e Master).
Naar dienstverlening toe is zij nog steeds betrokken in het coachen van diverse teams in inclusief onderwijs. Zij werkt nauw samen met Ouders voor Inclusie en Onze Nieuwe Toekomst vzw.

In deze werkwinkel verkennen we de leidraad voor het inschrijvingsrecht in het gewoon basisonderwijs en de afweging redelijkheid aanpassingen van VVKBaO.

Vertrekkend vanuit het M-decreet bekijken we het inschrijvingsrecht en het recht op redelijke aanpassingen.

Wat doe je met de inschrijvingsvraag voor een leerling met een verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs?

Welke stappen moet je als school zetten? Hoe verzamel je informatie? Wat is de rol van het CLB? Hoe bepaal je wat redelijk is? Welke criteria moet je hanteren? Hoe en met wie doe je dit? Wat met een ingeschreven leerling waarvan de noden wijzigen?

Aansluitend op dit hele pak informatie maken we in groepjes een oefening rond de afweging van de aanpassingen aan de hand van een casus.

Tot slot luisteren we naar elkaars suggesties: Hoe ga ik hiermee aan de slag gaan binnen mijn schoolteam? Hoe sluit dit aan bij de zorgvisie en het zorgbeleid binnen onze school?

Greet Vanhove is pedagogisch begeleider zorg VVKBaO, samensteller Vademecum zorg VVKBaO, lesgever ProfS 3 modules zorgbeleid, medeauteur: ‘Inschrijvingsrecht in gewoon onderwijs en afweging redelijkheid aanpassingen: een leidraad’ en auteur artikels School+visie

Opvoeden doe je niet alleen. Kinderen en jongeren hebben nood aan een netwerk van opvoeders die samen hun verantwoordelijkheid opnemen. Dit loopt echter niet altijd van een leien dakje. De kloof tussen scholen en andere opvoedingspartners (in het bijzonder ouders) is soms groot. Dit leidt ertoe dat scholen en ouders zich vaak eenzaam en machteloos voelen wanneer het in de opvoeding wat moeilijker verloopt.

In deze workshop ontdekken we hoe we als school via geweldloze communicatie ouders en andere opvoedingspartners over de streep kunnen trekken om zich samen met ons in te zetten voor een betrokken en krachtige opvoeding. We verkennen de vaardigheden en troeven die we daarvoor kunnen aanwenden, maar kijken ook naar de weerstand en mechanismes die vaak roet in het eten gooien.

Voor deze workshop laten we ons o.a. inspireren door de Israëlische psycholoog Haim Omer (bekend van zijn werk rond “nieuwe autoriteit”) en door de Franse pedagoge Christiane Durand (l'observatoire de l'enseignement catholique français).

Mattias Van der Vloet is actief als vormingcoördinator voor Pax Christi Vlaanderen en begon zijn carrière als groepsbegeleider voor jongvolwassenen in de psychiatrie. Vanuit zijn passie voor het thema “welzijn” geeft hij vorming rond o.a. geweldloze opvoeding, gesprekstechniek en conflicthantering.

We horen steeds vaker andere talen in onze omgeving. Voor veel van onze leerlingen is meertaligheid of contact met andere talen bovendien een dagelijkse realiteit. We kunnen  onmogelijk alle talen begrijpen en spreken, maar we kunnen wel openstaan voor andere talen en culturen. De school dient kinderen op een speelse manier kennis te laten maken met de talige diversiteit, te leren elkaars taal en identiteit te respecteren en te motiveren om talen te leren. Daarom moedigt VVKBaO de scholen aan om kinderen zo vroeg mogelijk in contact te brengen met andere talen en culturen via talensensibilisering, taalinitiatie en formeel onderwijs Frans. Ook de wetgeving speelt in op het toenemend belang van vreemdetalenonderwijs. Scholen mogen sinds september van dit schooljaar formeel onderricht Frans aanbieden vanaf de tweede graad.

Tijdens deze werkwinkel staan we stil bij de gevolgen van deze beslissing voor onze kinderen en voor onze scholen. We belichten het standpunt van VVKBaO hieromtrent. We gaan ook na wat onderzoek vertelt over vroeg vreemdetalenonderwijs. We lichten kort toe wat talensensibilisering en taalinitiatie inhouden. Ten slotte gaan we  in op de manier waarop scholen op weg kunnen gaan om te werken aan kwaliteitsvol vreemdetalenonderwijs als een leerlijn doorheen heel de basisschool.

Greet is onderwijzer van opleiding en heeft 26 jaar voor de klas gestaan, voornamelijk in de 3^de graad. Na een kort intermezzo als nascholer in het prioritair project Clef d’or, is zij in 2008 aan de slag gegaan als pedagogisch begeleider bij het VVKBaO. 

In de praktijk van het concrete schoolleven maakt de christelijke inspiratie zich waar of net niet. In deze werkwinkel maken we kennis met een manier om verschillende domeinen van het schoolleven warmer, menselijker en zelfs christelijk(er) te maken. En we gaan zelf aan de slag! Hoe kan het schoolpoortcontact sterker worden wanneer ik er Jezus bij betrek, zonder dat het geforceerd is of kunstmatig? En wat met de deliberatie en het schoolfeest? Tot slot maken we kennis met de ‘pastorale steekkaarten’, die vanuit een groepje mensen in Vlaanderen zijn samengesteld om ons hierin verder te prikkelen en te helpen.

Hoe goed kent je schoolteam zijn eigen opvoedingsproject? Op welk gebied verdient de school en haar team reeds een pluim? Wil je samen met je team ‘het schooleigen opvoedingsproject’ opnieuw uitwerken? …

In deze werkwinkel kan je kennis maken met enkele interactieve werkvormen.

A.d.h.v. voorbeelden van collega’s kan je ontdekken hoe zo’n ‘eigentijds opvoedingsproject’ eruit kan zien.

De opdrachten voor het Katholiek Basisonderwijs in Vlaanderen (OKB) zijn onze basis om te werken aan het schoolbeleid, de eigen(christelijke) identiteit, de kwaliteit van je onderwijs, de samenhang in het schoolleven….

Deze weg van reflectie en dialoog kan in je team verbondenheid creëren.

Helena is leerkracht BaO, directeur BaO, educatief medewerker in de ngo-wereld, momenteel medewerker Dienst Nascholing en Internationalisering – vsko.

Ben je op zoek naar een speelse manier om je leerlingen heel veel te leren over hoe je beter en samen kan leren omgaan met ruzies, misverstanden, kritiek en pesterijen?

BEESTENBERG kan je daarbij helpen:

Originele, plezante verhalen over een dorp, waar dieren van bij ons proberen samen te leven, elk met zijn kleine kantjes.

De ll. leren gevoelens uiten in een rol. Ze leren ook in rollenspelen de praktijk van bemiddelen, onderhandelen en conflicttransformatie.

Dit is een project van Pax Christi Vlaanderen.

Karel is auteur van Beestenberg. Hij is gepensioneerd docent KdG-hogeschool, regentaat godsdienstwetenschappen, ex-voorzitter Pax Christi Vlaanderen. Hij is bezig met conflicttransformatie en –bemiddeling en bibliodrama en biblioloog (actief werken met bijbelverhalen).

Wat is moeilijk gedrag en waarom is het soms zo hardnekkig?

Hebben kinderen wel altijd (gedrags)problemen of bezitten ze bepaalde vaardigheden nog niet?

Wat zijn de spelregels voor een doordachte aanpak?

We bouwen in deze sessie aan een constructieve, doordachte manier van kijken naar en omgaan met kinderen met moeilijk gedrag.

We zoemen ook in op een aantal –bekende- methodieken die pas efficiënt zijn wanneer ze correct gehanteerd worden.

We werken vanuit concrete voorbeelden in functie van de directe schoolpraktijk.

Bart is pedagogisch begeleider voor DPB Gent, vader van 2 kinderen,

10 jaar ervaring als leerkracht waarvan 5 jaar BO-ervaring, GON-begeleider, 8 jaar directeur, nascholer rond ondermeer ‘moeilijk gedrag’.

Gerda is deeltijds pedagogisch begeleider bewegingsopvoeding en  deeltijds taalbegeleider, 2 kinderen en 2 kleinkinderen, 17 jaar ervaring als leerkracht in het gewoon en buitengewoon onderwijs, 7 jaar als directeur.

Iedereen kent er wel een paar: leraren die alles lijken te kunnen. Die goede resultaten boeken, passie voor het vak overbrengen, het beste in hun leerlingen naar boven halen en ook nog eens orde weten te bewaren in de klas. Kortom, topleraren. Kwestie van “je hebt het of je hebt het niet?” Nee hoor, de vaardigheden van succesvolle leraren zijn vooral gebaseerd op simpele technieken die iedereen kan leren. De leerkracht moet beschikken over een gereedschapskist met technieken om de leeropbrengsten van de leerlingen te verhogen. M.a.w. de leerkracht moet fijne kneepjes onder de knie hebben om het niveau van het lesgeven te verbeteren. In deze werkwinkel gaan we in op enkele belangrijke uitgangspunten en enkele van 49 concrete technieken. Weinig spectaculair misschien, maar het gaat erom wat werkt, en misschien zijn we deze wat uit het oog verloren. Bovendien: wat voor de ene leerkracht wellicht vanzelfsprekend is, kan voor de ander een eyeopener zijn. Met deze technieken in het achterhoofd kan er een opbouwende dialoog ontstaan tussen directeur en leerkracht over de aanpak in de klas en de manier van werken. Er kunnen pluimen gegeven worden maar ook stimulansen en praktische tips vertrekkend van concrete situaties. (Doelgroep: directies lager onderwijs)

Henk De Reviere was 10 jaar onderwijzer in de OLV – Visitatie van Mariakerke., daarna was hij  6 jaar directeur in de Vrije Basisscholen Gavere en Semmerzake. Hij is nu zijn 12de jaar bezig als pedagogisch begeleider basisonderwijs in het bisdom Gent. 

In een lerende scholengemeenschap is competentieontwikkeling vanzelfsprekend. Maar is jouw scholengemeenschap een lerende organisatie? En hoe word je een lerende organisatie? Is coaching een middel om een lerend team te creëren? In deze workshop gaan we samen op zoek naar antwoorden. We verhelderen het begrip ‘coaching’ en bekijken een aantal ervaringen van een Vlaamse scholengemeenschappen. De tussentijdse onderzoeksresultaten van een onderzoek in Vlaamse context naar coaching zullen mee als leidraad dienen. De deelnemers wisselen uit over concrete mogelijkheden, moeilijkheden en valkuilen bij het inschakelen van ‘schoolinterne coaches’ om de lerende cultuur in de scholengemeenschap te installeren of te optimaliseren. Ten slotte gaan we dieper in op de rol van de coördinerend directeur in de lerende organisatie en de (coachende) houding die hij/zij daarbij kan aannemen.

Fien Loman is medewerker in het CT&O 

De meeste scholen in Vlaanderen werken leerstof-of eindtermgericht. Dit biedt voor de leerkracht veel voordelen, zoals de beschikbaarheid van handboeken en handleidingen en de duidelijkheid ervan dat ze met alles ‘in orde’ zijn. Ook voor vele kinderen functioneert deze werkwijze in voldoende mate. Voor een niet te onderschatten deel (30%, KULeuven) is deze werkwijze echter niet goed. Het kind kan niet volgen of verveelt zich.

Ontwikkelingsgericht werken vertrek van een andere focus, namelijk het kind en zijn ontwikkeling. Het resultaat van ontwikkelingsgericht werken is: geen kinderen meer die niet kunnen volgen, noch kinderen die onvoldoende aan hun trekken komen. Deze werkwijze vraagt echter van de leerkracht veel meer kennis, vaardigheden, alsook een andere basishouding, Kiezen voor ontwikkelingsgericht werken met kinderen begint daarom bij de kwaliteit van de leerkracht. Deze kwaliteit dagdagelijks ondersteunen en verbeteren, is zowel een opdracht voor de leerkracht zelf als voor het beleid. Welke deze andere kennis, vaardigheden en basishouding zijn en hoe leerkrachten hierbij kunnen worden begeleid zijn de vragen waarop we in deze wekwinkel een antwoord zoeken.

Albert Janssens is de oprichter van CeSMOO (Centrum voor het Stimuleren van het Mediërend Opvoeden en Onderwijzen).

De lezing bestaat uit 2 luiken : info en aanpak. Digitaal pesten wordt daarbij onderscheiden van offline pesten, zij het dat digitaal pesten en offline pesten vaak over dezelfde jongeren gaat, alleen het platform (offline – online) verschilt. We bekijken wie vooral gepest wordt en welk effect dit heeft op hen, waarin digitaal pesten verschilt van het offline pesten, welke schade digitaal pesten aanricht bij àlle betrokkenen en hoe een pester tot zijn pesterig gedrag komt. Na de pauze volgt de aanpak. De spreker focust daarbij sterk op wat de school preventief kan doen, waarbij het sensibiliseren van de omstaanders het belangrijkste – maar niet het enige – facet wordt. Hij verwijst daarbij voortdurend naar recente wetenschappelijke onderzoeksgegevens.

Filip Bourgeois is voltijds spreker over het wijs omgaan met online media : internet, sociale media en digitale media. Onderwijs is zijn vertrouwde werkomgeving : hij geeft lezingen, presentaties en workshops voor ouders, leerlingen, leerkrachten en schooldirecteurs en bereikt daarmee in Vlaanderen jaarlijks meer dan 10.000 mensen !

Vòòr hij als spreker aan de slag was, stond hij meer dan 30 jaar in het onderwijs (sinds 1981), vooral als leraar in het secundair onderwijs (ASO-TSO-BSO), maar hij was ook een periode onderwijzer, directeur van een basisschool, lid van een schoolbestuur en staflid bij de VCOV, koepel van ouderverenigingen. Bij die ouderkoepel gaf hij in 2001 zijn eerste lezing voor ouders over het toen nieuwe fenomeen internet. Het bleek het startschot voor vele avonden voor ouders over ‘opvoeding & internet’. Zo werd hij ‘pionier mediawijsheid’ (avant la lettre).

Als schoolleider werk je, samen met je team, voortdurend aan de kwaliteit van het onderwijs in jouw school.

Het is dan ook van essentieel belang dat je zicht krijgt op de manier van lesgeven van de leerkrachten, want , “DE LEERKRACHT DOET ERTOE!’.

Maar dikwijls ontbreekt het aan tijd om concreet in de klassen te gaan observeren.

Flitsbezoeken kunnen een oplossing bieden.

Het flitsbezoek is een onaangekondigd, doelgericht klasbezoek dat 3 tot 5 minuten in beslag neemt.

Na enkele klasbezoeken is het de bedoeling dat je via een reflectieve vraag in gesprek gaat met de leerkracht en hem/haar aangezet om te reflecteren over het eigen handelen.

Het flitsbezoek is niet bedoeld om te beoordelen,  het is daarentegen ontwikkelingsgericht.

Je vergroot immers het reflecterend vermogen van de leraren en je creëert op je school een professionele sfeer waar we van en met elkaar leren.

Rita Mouton is pedagogisch begeleider DPB Mechelen-Brussel

Het VVKBaO ontwikkelde een nieuw leerplan ‘Mediaopvoeding’. Dat is van kracht vanaf 1 september 2012. De krachtlijnen van dit leerplan werden reeds voorgesteld in het bisdom.

Hoe introduceer je dit leerplan nu in je school? Hoe vertaal je dit nu naar je school? Welke ondersteuningsmaterialen zijn er beschikbaar? Door het VVKBaO en in de verschillende diocesen is  al heel wat kant-en-klaar ondersteuningsmateriaal voor dit leerplan ontwikkeld.
Tijdens deze werkwinkel maken we kennis met al deze materialen, tonen we ze kort en krijg je ruimschoots de tijd om deze allemaal te verkennen.

Deze ondersteuningsmaterialen worden toegelicht en suggesties gegeven voor een aanpak in je school:

• concrete voorbeelden voor en gemaakt door leerkrachten die de 37 doelen uit het leerplan voor de basisschool concretiseren voor de verschillende leergebieden.
• een mediaportfolio om zicht te krijgen op het bereiken van doelen mediaopvoeding.
• het praktijkboek Mediaopvoeding met uitgewerkte lesactiviteiten en stappenplannen om de leerkrachten te ondersteunen bij het implementeren van dit leerplan.
• een kant-en-klaar scenario om het Leerplan Mediaopvoeding te introduceren in je school via een studiedag, PV, … ;
• kant-en-klare fiches met werkvormen, suggesties, videofragmenten, …. om dit scenario te implementeren en te ondersteunen;
• een overzicht van wat er in de verschillende leerplannen staat over mediaopvoeding en hoe leerkrachten deze doelen kunnen concretiseren?

In kleine groepen doorloop je zelf deze stappen van het introductiescenario, kan je zelf aan de slag gaan met de ondersteuningsmaterialen en is er ruimschoots plaats voor overleg.

Marcel en Vital zijn al 10 jaar werkzaam als pedagogisch begeleider VVKBaO en zijn ook verantwoordelijk voor Mediaopvoeding. 

Eén van de sprekers heeft in de leerplancommissie Mediaopvoeding gezeteld.

Spelen is voor jonge kinderen fundamenteel. Het is als het ware de motor die de ontwikkelingstrein op gang trekt. Kleuters spelen een hele dag door, in de klas maar ook daarbuiten.

Buiten spelen is voor kinderen belangrijk.  Buiten kan je immers andere dingen ontdekken en doen.  Daarnaast is  voor een toenemend aantal kinderen  de speelplaats zelfs de enige plek waar ze regelmatig vrij buiten kunnen spelen.

In deze sessie onderzoeken we wat een speelplaats allemaal te bieden heeft. Wat voor soort spel komt aan bod? Welke materialen, activiteiten en begeleiding voorzien we om de ontwikkeling van de kleuters ook te prikkelen buiten de klas?

Aan de hand van inspirerende voorbeelden, de splinternieuwe publicatie

‘Buiten spelen!’ van het VVKBaO en veel fotomateriaal vertrek je met een rugzak vol ideeën om je speelplaats en het buitenspel nog aantrekkelijker te maken.

Aan de deelnemers wordt gevraagd om een ontwikkelingsplan mee te brengen.

Daarnaast is er de mogelijkheid om de publicatie ter plekke aan te schaffen. Geïnteresseerden dienen 17,50 euro mee te brengen.

Soraja is voormalig kleuterjuf, zorgleerkracht/coördinator kleuterschool en praktijklector KdG-hogeschool. Sinds januari 2014 centraal pedagogische begeleider kleuteronderwijs VVKBaO

Kinderen experimenteren en kunnen daarbij over de grens gaan. Welk gedrag is als normaal te beschouwen en wanneer wordt het gedrag grensoverschrijdend? En hoe moet je reageren als je met seksueel gedrag geconfronteerd wordt?

Het Vlaggensysteem is een methodiek om de ernst van seksueel gedrag in te schatten en er pedagogisch op te reageren. Aan de hand van concrete voorbeelden wordt het systeem toegelicht en ingeoefend.

Karen is nascholer Relationele en Seksuele vorming bij het VSKO.

Veel scholen maakten reeds werk van de implementatie van het leerplan Wereldoriëntatie. Toch merk je in gesprekken met directies en leerkrachten dat de visie en concrete onderwijspraktijk van dit leerplan vaak niet volledig of onvoldoende verankerd is op school. Ook merk je vanuit doorlichtingsverslagen dat er nog groeikansen zijn. In deze werkwinkel verkennen we opnieuw de visie en de kapstokken van het leerplan Wereldoriëntatie en bieden we implementatiestrategieën aan om met je team aan de slag te gaan.

Hilde is pedagogisch begeleider VVKBAO, verantwoordelijk voor wereldoriëntatie. Projectleider nascholing wereldoriëntatie.

In deze werkwinkel verkennen we de leidraad voor het inschrijvingsrecht in het gewoon basisonderwijs en de afweging redelijkheid aanpassingen van VVKBaO.

Vertrekkend vanuit het M-decreet bekijken we het inschrijvingsrecht en het recht op redelijke aanpassingen.

Wat doe je met de inschrijvingsvraag voor een leerling met een verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs?

Welke stappen moet je als school zetten? Hoe verzamel je informatie? Wat is de rol van het CLB? Hoe bepaal je wat redelijk is? Welke criteria moet je hanteren? Hoe en met wie doe je dit? Wat met een ingeschreven leerling waarvan de noden wijzigen?

Aansluitend op dit hele pak informatie maken we in groepjes een oefening rond de afweging van de aanpassingen aan de hand van een casus.

Tot slot luisteren we naar elkaars suggesties: Hoe ga ik hiermee aan de slag gaan binnen mijn schoolteam? Hoe sluit dit aan bij de zorgvisie en het zorgbeleid binnen onze school?

Greet Vanhove is pedagogisch begeleider zorg VVKBaO, samensteller Vademecum zorg VVKBaO, lesgever ProfS 3 modules zorgbeleid, medeauteur: ‘Inschrijvingsrecht in gewoon onderwijs en afweging redelijkheid aanpassingen: een leidraad’ en auteur artikels School+visie

Deze werkwinkel gaat over leiderschap en wel leiderschap naar het model van Jezus. Hij is bestemd voor leiders die op zoek zijn naar een tegelijk eigen en tegelijk nieuwe stijl van leiding geven. Jezus leidde door te dienen. Hij inspireerde anderen en bracht hen in beweging. Zijn leiderschap sluit naadloos aan bij de behoeften van mensen van de 21^ste eeuw. Laat u in deze werkwinkel verrassen door van Jezus te leren hoe u de leider wordt die mensen graag willen volgen.

Fons Uytterhoeven is bisschoppelijk afgevaardigde van het vicariaat onderwijs Mechelen-Brussel

In de praktijk van het concrete schoolleven maakt de christelijke inspiratie zich waar of net niet. In deze werkwinkel maken we kennis met een manier om verschillende domeinen van het schoolleven warmer, menselijker en zelfs christelijk(er) te maken. En we gaan zelf aan de slag! Hoe kan het schoolpoortcontact sterker worden wanneer ik er Jezus bij betrek, zonder dat het geforceerd is of kunstmatig? En wat met de deliberatie en het schoolfeest? Tot slot maken we kennis met de ‘pastorale steekkaarten’, die vanuit een groepje mensen in Vlaanderen zijn samengesteld om ons hierin verder te prikkelen en te helpen.

Jürgen Mettepenningen is Directeur Dienst Identiteit op het vicariaat Onderwijs

Conflicten raken moeilijk opgelost omdat de verschillende partijen steeds in een “meerdere” of “mindere” positie terecht komen.

“Spreken en luisteren vanuit het hart” gaat ervan uit dat elke partij oké is, er is geen sprake van “gelijk” of “ongelijk”, we gaan elkaar niet beoordelen of veroordelen, maar we gaan wel vertellen hoe wij ons voelen en wat we nodig hebben. Op basis van deze gevoelens en behoeften gaan we een duidelijk verzoek formuleren, zonder eisend te zijn.  Uitgangspunt voor dit alles is een objectieve waarneming, als een camera, waarbij we de ander niet beschuldigen of veroordelen.

Twee gekende figuren van Geweldloze Communicatie zijn de giraf en de jakhals. De giraf is het landdier met het grootste hart, ze neemt verantwoordelijkheid voor eigen gevoelens en behoeften en weet te luisteren naar de gevoelens en behoeften van de ander zonder zichzelf aangevallen te voelen. De jakhals daarentegen gaat beschuldigend spreken in de jij-vorm.  Toch is het belangrijk naar onze innerlijke jakhals te luisteren, omdat die ons iets vertelt over onze onvoldane behoeften.

“Spreken en luisteren vanuit het hart” is gebaseerd op het model van Geweldloze Communicatie van Marshall Rosenberg. Tijdens de sessie maken we ook kennis met twee concrete hinkelpaden die kinderen op een speelse wijze vaardig maken om te spreken vanuit hun hart en empathisch te luisteren.

Hedwig is inspecteur-adviseur coördinator r.k.g. met een grote passie voor al wat met Geweldloze Communicatie te maken  heeft. Hij volgde sinds 2006 verschillende opleidingen en vormingsweekends in Namen (Université de Paix), Luik en Louvain-La-Neuve. Sinds enkele jaren geeft hij ook trainingen “geweldloos communiceren” aan ieder die op zoek is meer diepgang en vreugde in zijn leven te brengen.  “Ik heb gemerkt dat de meeste mensen zo gelukkig zijn als ze besloten hebben te worden.” Abraham Lincoln

Ben je op zoek naar een speelse manier om je leerlingen heel veel te leren over hoe je beter en samen kan leren omgaan met ruzies, misverstanden, kritiek en pesterijen?

BEESTENBERG kan je daarbij helpen:

Originele, plezante verhalen over een dorp, waar dieren van bij ons proberen samen te leven, elk met zijn kleine kantjes.

De ll. leren gevoelens uiten in een rol. Ze leren ook in rollenspelen de praktijk van bemiddelen, onderhandelen en conflicttransformatie.

Dit is een project van Pax Christi Vlaanderen.

Karel is auteur van Beestenberg. Hij is gepensioneerd docent KdG-hogeschool, regentaat godsdienstwetenschappen, ex-voorzitter Pax Christi Vlaanderen. Hij is bezig met conflicttransformatie en –bemiddeling en bibliodrama en biblioloog (actief werken met bijbelverhalen).

Iedereen kent er wel een paar: leraren die alles lijken te kunnen. Die goede resultaten boeken, passie voor het vak overbrengen, het beste in hun leerlingen naar boven halen en ook nog eens orde weten te bewaren in de klas. Kortom, topleraren. Kwestie van “je hebt het of je hebt het niet?” Nee hoor, de vaardigheden van succesvolle leraren zijn vooral gebaseerd op simpele technieken die iedereen kan leren. De leerkracht moet beschikken over een gereedschapskist met technieken om de leeropbrengsten van de leerlingen te verhogen. M.a.w. de leerkracht moet fijne kneepjes onder de knie hebben om het niveau van het lesgeven te verbeteren. In deze werkwinkel gaan we in op enkele belangrijke uitgangspunten en enkele van 49 concrete technieken. Weinig spectaculair misschien, maar het gaat erom wat werkt, en misschien zijn we deze wat uit het oog verloren. Bovendien: wat voor de ene leerkracht wellicht vanzelfsprekend is, kan voor de ander een eyeopener zijn. Met deze technieken in het achterhoofd kan er een opbouwende dialoog ontstaan tussen directeur en leerkracht over de aanpak in de klas en de manier van werken. Er kunnen pluimen gegeven worden maar ook stimulansen en praktische tips vertrekkend van concrete situaties. (Doelgroep: directies lager onderwijs)

Henk De Reviere was 10 jaar onderwijzer in de OLV – Visitatie van Mariakerke., daarna was hij  6 jaar directeur in de Vrije Basisscholen Gavere en Semmerzake. Hij is nu zijn 12de jaar bezig als pedagogisch begeleider basisonderwijs in het bisdom Gent. 

Het is een droom voor elk kind een leerkracht te hebben die de “leer-kracht” van het kind kan stimuleren en prikkelen. De leerkracht is immers de belangrijkste schakel in het verwezenlijken van leerresultaten bij kinderen zo blijkt uit heel wat internationale studies.  Het heeft te maken met hoe de leerkracht inspeelt op wat kinderen nodig hebben; hoe de leerkracht kinderen weet te boeien en uitnodigt om grensverleggend bezig te zijn. Dat is de essentie van differentiatie en goed onderwijs. En volgende vragen zijn dan altijd richtinggevend: 

• Waar liggen de motivatiekrachten van dit kind?” Wat boeit dit kind?
• Waar is dit kind goed in?
• Spelen we in op wat het kind nu nodig heeft??
• Hoe betrekken we het kind zelf zodat we het eigenaarschap bij het kind kunnen houden?
• Hoe beleeft het kind deze  aandacht?  

In deze werkwinkel staan we stil bij hoe je kan werken aan motivatie van kinderen. We bekijken de rol van de leerkracht en het belang van een goede relatie. We leggen daarbij verbanden met het talentdenken, differentiatie en breed evalueren.

Ludo Heylen is  directeur van CEGO vorming en Consult. Hij is intensief bezig met activerende werkvormen, breed evalueren en talentontwikkeling en legt daarbij steeds de band met gelijke onderwijskansen. Hij is ook internationaal actief als onderwijsconsultant in diverse landen (zie ook www.cego.be).

OPGELET! WIE HIERVOOR INSCHRIJFT, MOET OOK DEEL 1 OP WOENSDAG GEKOZEN HEBBEN!

Goede muzische opvoeding op school, wat houdt dat in? Wat wordt van ons verwacht?

Hoe werk je een degelijke, haalbare en gedragen visie uit? En een muzisch werk- of beleidsplan?

Wat met het leerplan? Hoe maak je de implementatie ervan haalbaar en werkbaar voor je team?

Hoe breng je de beginsituatie op school grondig in kaart? En de werkpunten?

Wat met methodes? Wat is er op de markt? Hoe maak je een keuze en ga je ermee om? Kies je voor een muzotheek?

Hoe ga je aan de slag met het uitwerken van een leerlijn waarin horizontale en verticale samenhang zit verweven?

Hoe koppel je activiteiten aan leerplandoelen? Hoe breng je het streven naar of het bereiken van de realisatie van de leerplandoelen of eindtermen in kaart?

Hoe professionaliseer je je  werking? En je leerkrachten? Kies je voor een muzocoach? Een kernteam? Een muzoleerkracht voor een bepaald domein?

Hoe breng je muzische buiten je klasmuren? Klasoverschrijdend werken? Samenwerking met externen? Muzische op schoolniveau?

Nascholing en workshops? Welke nascholingen en workshops kan ik met mijn team volgen? Wat bieden ze ons?

Hoe evalueer je muzische?

Hoe werk je een muzische projectweek uit?

Wat met de doorlichting?

Hoe zorg je voor kwaliteitsvolle en ‘gedragen’ muzo op schoolniveau?

Kristof is onderwijzer van opleiding

10 jaar klasleerkracht 6^e leerjaar in Sint-Jozefsschool Eizer, Overijse

10 jaar directeur in Sint-Jozefsschool Eizer, Overijse

nu 5^e jaar pedagogisch begeleider bisdom Mechelen-Brussel, specialisatie muzische opvoeding

De meeste scholen in Vlaanderen werken leerstof-of eindtermgericht. Dit biedt voor de leerkracht veel voordelen, zoals de beschikbaarheid van handboeken en handleidingen en de duidelijkheid ervan dat ze met alles ‘in orde’ zijn. Ook voor vele kinderen functioneert deze werkwijze in voldoende mate. Voor een niet te onderschatten deel (30%, KULeuven) is deze werkwijze echter niet goed. Het kind kan niet volgen of verveelt zich.

Ontwikkelingsgericht werken vertrek van een andere focus, namelijk het kind en zijn ontwikkeling. Het resultaat van ontwikkelingsgericht werken is: geen kinderen meer die niet kunnen volgen, noch kinderen die onvoldoende aan hun trekken komen. Deze werkwijze vraagt echter van de leerkracht veel meer kennis, vaardigheden, alsook een andere basishouding, Kiezen voor ontwikkelingsgericht werken met kinderen begint daarom bij de kwaliteit van de leerkracht. Deze kwaliteit dagdagelijks ondersteunen en verbeteren, is zowel een opdracht voor de leerkracht zelf als voor het beleid. Welke deze andere kennis, vaardigheden en basishouding zijn en hoe leerkrachten hierbij kunnen worden begeleid zijn de vragen waarop we in deze wekwinkel een antwoord zoeken.

Albert Janssens is de oprichter van CeSMOO (Centrum voor het Stimuleren van het Mediërend Opvoeden en Onderwijzen).

Als schoolleider werk je, samen met je team, voortdurend aan de kwaliteit van het onderwijs in jouw school.

Het is dan ook van essentieel belang dat je zicht krijgt op de manier van lesgeven van de leerkrachten, want , “DE LEERKRACHT DOET ERTOE!’.

Maar dikwijls ontbreekt het aan tijd om concreet in de klassen te gaan observeren.

Flitsbezoeken kunnen een oplossing bieden.

Het flitsbezoek is een onaangekondigd, doelgericht klasbezoek dat 3 tot 5 minuten in beslag neemt.

Na enkele klasbezoeken is het de bedoeling dat je via een reflectieve vraag in gesprek gaat met de leerkracht en hem/haar aangezet om te reflecteren over het eigen handelen.

Het flitsbezoek is niet bedoeld om te beoordelen,  het is daarentegen ontwikkelingsgericht.

Je vergroot immers het reflecterend vermogen van de leraren en je creëert op je school een professionele sfeer waar we van en met elkaar leren.

Rita Mouton is pedagogisch begeleider DPB Mechelen-Brussel

Deze sessie is een herhaling van vorig jaar, omdat er toen teveel aanvragen waren

De groeiende anderstaligheid is allang geen exclusief probleem meer van scholen in een grootstedelijk gebied. Meer en meer kinderen spreken meer dan één thuistaal. Maar dit zijn niet altijd de talen die in ons onderwijs aangeleerd worden. Hoe gaan wij hiermee om? Zien wij die meertaligheid als een rijkdom of als een probleem? Omdat taal één van de basisvoorwaarden voor het leren is, werd het belang ervan door de vorige én de huidige minister van onderwijs in hun respectievelijke taalbeleidsnota vermeld. De eerste maatregelen dienen zich aan: taalscreening, taaltrajecten en taalbaden. Opdat scholen dit beleidskrachtig zouden aanpakken, verwacht men  dat ze een talenbeleid voeren. Maar wat houdt dit eigenlijk in? In deze werkwinkel maakt u kennis met het stappenplan dat het Centrum voor Taal en Onderwijs hiervoor aanbiedt, maar leert u ook via het referentiekader met de 7 pijlers van Schrauwen en Van Braak breder te kijken naar deze problematiek.

Greet is taalbegeleider in scholen van ons bisdom met meer dan 35% SES-kinderen.

Johan is pedagogisch begeleider in Brussel en werkte voordien in het project ‘Rand en Taal’.

In het kader van de Talenbeleidsnota kreeg het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) de opdracht om een screeningsinstrument te ontwikkelen voor alle leerlingen die voor het eerst instromen in het lager onderwijs.

Het Screeningsinstrument Aanvang Lager Onderwijs Taalvaardigheid (SALTO) doet zo zijn intrede naast andere bestaande instrumenten.

Wat is SALTO en hoe verloopt de toetsafname ?

Hoe interpreteer je de resultaten ?

Wat na de SALTO ?

Is SALTO de enige toets die we mogen of kunnen hanteren ?

We trachten via relevante input, actieve werkvormen en een getuigenis na te gaan in hoeverre de SALTO een school op weg helpt om de taalvaardigheid van leerlingen te optimaliseren.

Antonio, Ingrid en Bart zijn taalbegeleiders in scholen van het bisdom Mechelen-Brussel met meer dan 35% SES-kinderen.

OPGELET! WIE HIERVOOR INSCHRIJFT, MOET OOK INSCHRIJVEN VOOR WW21 OP WOENSDAG!

Inclusie is een complex gegeven dat vele vragen oproept. Steeds meer scholen gaan actief op zoek naar mogelijke antwoorden op vragen die het gevolg zijn van een (groeiende) diversiteit van leerlingen.

Wat betekent het om meer inclusief te denken in de maatschappij en in het bijzonder in het onderwijs? Welke uitdagingen gaan we als school tegemoet om meer inclusief onderwijs te gaan aanbieden? Welke mogelijkheden kunnen we benutten vanuit concrete ervaringen, regelgeving, UDL (Universal Design for Learning), HGW (HandelingsGericht Werken), vanuit een visie op de maatschappij…? Kortom, hoe kan je als school meer inclusief gaan denken en werk maken van inclusieve schoolontwikkeling?

Deze interactieve werkwinkel bestaat uit 2 sessies die op elkaar aansluiten. In de eerste sessie neemt Elisabeth De Schauwer, werkzaam aan de UGent sinds oktober 2000 op de vakgroep Orthopedagogiek, ons mee in de uitgangspunten en de succesfactoren bij inclusief onderwijs. In de tweede sessie gaan we dieper in op concrete vragen en bieden we mogelijke handvatten aan waarmee je als school aan de slag kunt gaan.

Veerle Verheyden, Linda De Cuyper en An Van Uytven zijn pedagogisch begeleiders competentieontwikkeling van de DPB basisonderwijs Mechelen-Brussel.

Inzicht in groepsdynamiek vergroot de effectiviteit van je interventies naar je team toe.

We overlopen een aantal terugkomende, steeds aanwezige dynamieken in de groep (forming, norming-storming, perfoming, adjourning  mourning….) en wat hier onze rol als teamleider kan zijn zowel naar preventie als interventie toe.  We houden hierbij de invloed van de bredere organisatie op het team mee in het achterhoofd.

We maken voortdurend de slingerbeweging tussen input , jouw persoonlijk interpretatiekader en jouw praktijk.  In die zin verwachten we een open en meezoekende houding in de verkenning van deze complexe problematiek waar pasklare oplossingen niet meteen voorhanden zijn.

Karel is projectleider ProfS

Velen denken dat tablets, iPads in het bijzonder, een must zijn en de laptop stilaan gaan vervangen, andere staan er heel kritisch tegenover. Als je een iPad wilt gaan gebruiken in je onderwijs, dan moet de didactiek van het onderwijs in de klas ook veranderen. Het heeft geen zin om de leerlingen (en leerkrachten) iPads te geven en dan te verwachten dat iedereen het zomaar kan gebruiken als een hulpmiddel bij het leren.

Samen gaan we op zoek naar de didactische meerwaarde die iPads ons kunnen bieden als leermiddel maar ook als ondersteuning bij het lesgeven. We focussen wel sterk op de iPad. We bekijken de verschillende mogelijkheden van een iPad en proberen wegwijs te raken in de enorme hoeveelheid (educatieve) apps waarvan er ieder dag weer nieuwe bijkomen.

We staan ook stil bij het gebruik van een iPad door de leerkracht zelf, als verlengde van het digibord, als presentatiemiddel, als evaluatie- en werkinstrument...

Gino is Projectmedewerker i2O - DNI - SNPB