Deze nascholing vraagt om twee sessies van min. 2,5 uur (twee personeelsvergaderingen), waartussen een team zelf aan de slag gaat.
In deze sessies worden d.m.v. interactieve werkvormen in kleinere groepen de nodige kaders en bronnen geïntroduceerd en in verbinding gebracht met de eigen context van de school. De ‘kwaliteitsvragen’ vormen hierbij een leidraad:
- Doen we de goede dingen?
- Doen we de dingen goed?
- Hoe weten we dat?
- Vinden anderen dat ook?
- Wat gaan we nu doen?
De eerste twee vragen helpen de deelnemers om de identiteitsontwikkeling van hun school kritisch te bekijken, de volgende vragen brengen uitdrukkelijk aspecten van kwaliteitsontwikkeling binnen. Bij de eerste vraag wordt volgende subvraag centraal gesteld: Waartoe richten we onderwijs in? Dit versterkt de integratie tussen identiteits- en kwaliteitsontwikkeling, omdat het doet nadenken over waarom men tot een bepaalde invulling van ‘de goede dingen’ is gekomen.
Resultaat van deze sessies is dat een schoolteam over een gedeelde visie op goed onderwijs beschikt, waarbij de (mogelijk individueel verschillende) betrokkenheid op gedeelde inspiratiebronnen start- en referentiepunt vormt.