Een goede en rijke woordenschat is belangrijk voor het succesvol doorlopen van het basisonderwijs en voor de latere beroepsmogelijkheden van een kind. De verschillen in woordenschat bij aanvang van het basisonderwijs kunnen groot zijn. Zonder effectief woordenschatonderwijs worden deze verschillen meestal alleen maar groter. Voldoende reden om er bewust aandacht en tijd aan te besteden.
In deze module willen we een specifiek onderdeel van Taalontwikkeling Nederlands belichten, namelijk ‘woordenschatverwerving’. Dit sluit aan bij het generieke doel uit het ontwikkelveld taalbeschouwing ‘nadenken over woordbetekenissen’, maar krijgt vorm in betekenisvolle talige opdrachten doorheen de hele schooldag.
Enerzijds laten we de leerkrachten reflecteren op en uitwisselen over de acties die ze momenteel al ondernemen en plaatsen we deze acties in het kader van ‘incidenteel-intentioneel/ impliciet-expliciet leren’ met als doel deze acties te optimaliseren aan de hand van voorbeelden, tips en (coöperatieve) werkvormen.
Anderzijds laten we de leerkrachten kennismaken met minder gekende werkvormen en methodieken en gaan we in op woordenschatdidactiek, het selecteren van woorden en de transfer naar andere leergebieden.
De leerkrachten worden aangemoedigd hun visie op woordenschatonderwijs kritisch te bekijken en eventueel bij te stellen in functie van ‘soort woorden’ (alledaagse taal, school- en instructietaal of vaktaal) en in functie van het doelpubliek van hun specifieke school.