Zoals we eerder in onze nieuwsbrief van 30 augustus meedeelden, is de Vlaamse Regering er niet in geslaagd om de conceptnota bestuurlijke optimalisatie, die zij zelf goedkeurde in 2016, om te zetten naar een BOS-decreet. Uit de ontwerpteksten van OD XXIX blijkt nu ook dat geen van onze voorstellen tot noodzakelijke aanpassingen aan de figuur van de scholengemeenschap zoals we die vandaag kennen, werd opgenomen. Bestuurlijke optimalisatie is nu definitief zo goed als het enige punt van het beleidsdomein Onderwijs uit het regeerakkoord dat niet gerealiseerd zal worden binnen de huidige legislatuur.
Doorheen de gesprekken die we de voorbije maanden en jaren hebben gevoerd, werd meer en meer duidelijk dat bepaalde politieke partijen, om onderscheiden ideologische motieven, de evolutie naar sterkere schoolbesturen niet genegen zijn. Ondanks intensief overleg en onderhandelen, slaagden we er niet in om de negatieve politieke sfeer rond BOS te doorbreken. Wie het goed voorheeft met het katholiek onderwijs, weet nochtans dat onderwijskwaliteit meer bestuurlijk beleidsvoerend vermogen vereist.
Ook na 2020 zullen we dus een landschap behouden met schoolbesturen én scholengemeenschappen. Decretaal zullen die laatste hoogstwaarschijnlijk in niets verschillen van de huidige scholengemeenschappen. De huidige periode van zes schooljaren van de scholengemeenschappen eindigt zoals voorzien op 31 augustus 2020. Op 1 september 2020 start een nieuwe periode van zes schooljaren.
Hoewel aan de voorwaarden, bevoegdheden, contingenten … van de huidige figuur van de scholengemeenschappen wellicht niets zal worden gewijzigd, kan dus met de ingang van de nieuwe zesjarige periode de samenstelling van de scholengemeenschappen wel worden herbekeken. Elk bestuur staat dus opnieuw voor de opdracht een keuze te maken.
Het komt er dus op aan om te onderzoeken hoe de figuur van de scholengemeenschappen zo optimaal mogelijk kan aangewend worden zodat besturen die de inspanningen geleverd hebben om te optimaliseren toch ondersteund worden in de uitbouw van hun organisatie.
Samen met jullie willen wij nadenken over hoe we de scholengemeenschappen zo goed mogelijk kunnen inzetten en dat zowel voor grotere besturen die op zichzelf één of meerdere scholengemeenschappen zouden kunnen vormen als voor verschillende besturen die met hun scholen samen in één of meerdere scholengemeenschappen willen stappen.
Immers, ondanks het uitblijven van een decretale basis, blijft optimalisering door bestuurlijke schaalvergroting voor ons een absolute prioriteit. Heel wat kleinere besturen hebben het moeilijk om al hun opdrachten gebolwerkt te krijgen, en een toekomstgericht beleid te voeren zowel rond randvoorwaarden als realiseren van goed onderwijs. Uiteindelijk is het toch het bestuur dat de eindverantwoordelijkheid draagt.
We hebben als vrij onderwijs eigenlijk geen keuze: slechts door een sterkere bestuurlijk gedragen samenwerking tussen scholen, kunnen we de toekomst aan. Scholen beter laten samenwerken onder één bestuur blijft dus onverkort een belangrijke werf van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Gelukkig toont de praktijk dat de meeste besturen zich niet laten tegenhouden door het gebrek aan ondersteunende regelgeving om de stap naar meer samenwerking te zetten. Wij verwijzen graag opnieuw naar het artikel ‘Bos in de praktijk’ dat in het septembernummer van In dialoog verscheen. De besturen uit het artikel, maar ook een pak andere besturen zien de noodzaak van bestuurlijke optimalisering in en gaan er volop voor. In heel Vlaanderen zitten trouwens bijna alle besturen aan tafel met elkaar en zoeken zij naar manieren van samenwerken. De BOS-operatie gaat verder.