‘De toetsing volgt minder snel dan de klaspraktijk de vernieuwingen op’, zo stelde de doorlichting Klassieke Talen anno 2017. Dat taalverwerving ten dienste moet staan van leesvaardigheid, is niet meer nieuw: vele leraren Latijn richten hun lessen zo in dat taal, lectuur en cultuur vanaf de eerste graad zoveel mogelijk met elkaar zijn verweven. Als het op toetsing aankomt, is er meer twijfel en ongerustheid. Hoe ver kunnen en mogen we gaan in het vervangen van traditionele opgaves (‘grammatica’, ‘geziene teksten’, ‘cultuur’) door geïntegreerde evaluaties? Zullen leerlingen de morfologie nog wel beheersen als onze examens vrij zijn van opdrachten over ‘losse vormen’? In deze bijscholing laten we aan de hand van goede praktijkvoorbeeldenzien dat geïntegreerde evaluaties vanaf de eerste graad wel degelijk kúnnen, en dat ze niet per definitie makkelijker zijn.