Een ‘levensdans’ (ook wel sacrale dans of cirkeldans genoemd) is een verbindende dans die met heel de (klas)groep in een kring, in een rij of in een spiraal gedanst worden. De dansen bestaan uit eenvoudige stappen en lichaamsbewegingen die, op maat van iedereen, stapsgewijze worden aangeleerd. De dansen drukken wezenlijke maatschappelijke en religieuze levenshoudingen uit. Al dansend, oefent men het waardevolle, het wezenlijke van het leven in participatie aan elkaar en het geheel. Levensdansen leiden tot meer zelfbesef, tot actief sociaal bewustzijn en tot bewustzijn van het grote geheel van de schepping (kosmos), waar mensen deel van zijn. Het zijn multi-levensbeschouwelijke dansen die ook uitdrukking geven aan de christelijke levensinspiratie en gevoelig maken voor een mensoverstijgende, heilige, goddelijke werkelijkheid. De dansen zijn verinnerlijkend en meditatief van aard, of dynamisch, speels en uitgelaten.
Doorheen dansbewegingen leren kinderen betekenisvolle waarden en levenshoudingen uitdrukken en zich eigen maken. Ze leren lichaamstaal hanteren, in kwetsbaarheid omgaan met elkaar en zich zorgzame tedere omgangsvormen eigen maken. Ze leren bewegend rust en stilte ervaren of uitgelaten genietend vieren in dans en beweging. Al dansend nemen ze deel aan de sociale of religieuze werkelijkheid die op symbolische wijze uitgebeeld wordt in de dansbewegingen. Er is ruimte voor het wederzijds uitwisselen van belevingen en inzichten.
Leerkrachten verkennen al doende een tiental dansen en hun vele betekenissen. Ze reflecteren over de belevingen en betekenissen van de dans en het impact op het brede leren van kinderen en op hun sociale, religieuze groei. Ze leren zich de dansen eigen maken en didactisch begeleiden naar de eigen klassituatie. Er is geen voorafgaande danservaring nodig.