Sinds de Vlaamse wetgeving dit toelaat, kiezen meer en meer secundaire scholen voor CLIL (Content and Language Integrated Learning), een onderwijsvorm waarbij een vak wordt gegeven in een vreemde taal.
In deze sessie gaan we na wat dat inhoudt op klasniveau. We gaan dus niét in op aspecten die te maken hebben met de stappen die een school doorloopt om CLIL te implementeren, maar concentreren ons op het didactische aspect van CLIL:
- hoe slagen zaak- of praktijkvakleerkrachten erin om hun leerinhouden (die soms in het Nederlands al moeilijk zijn voor de leerlingen) in een vreemde taal aan de man of vrouw te brengen?
- hoe bied je ondersteuning aan je leerlingen zodat de vreemde taal geen struikelblok is?
- hoe zorg je ervoor dat de leerlingen de doeltaal gebruiken?
- welke didactische principes kenmerken de zogenaamde ‘CLIL-didactiek’?
- hoe pak je concreet een les aan?
De sessie biedt theoretische kaders, evenwel steeds doorspekt met praktijkvoorbeelden. De deelnemers ervaren bijwijlen aan den lijve wat de kenmerken van een CLIL-les zijn. Nadien volgt een reflectie en zoomen we in op de didactische principes die aan CLIL ten grondslag liggen.
Na de sessie heb je een duidelijk beeld van de basiskenmerken van de CLIL-didactiek.
Liesbeth Martens is Lector Frans en didactiek vreemdetalenonderwijs aan de lerarenopleiding UCLeuven-Limburg en Coördinator postgraduaat CLIL