Eerste sessie: deze sessie wil in de eerste plaats het team bewust maken van wat speelt bij kleuters en de kleuteronderwijzer wanneer zij nadenken over levenservaringen.
Het gekozen belangstellingscentrum (ziek zijn, ik ben ik, circus, verkeer) wordt levenbeschouwelijk verdiept. Een door het team uitgewerkt BC met webschema en ervaringssituaties is het vertrekpunt. Welke componenten zijn reeds aanwezig en hoe kan er een aanbod van activiteiten uitgebouwd worden? Welke LRG-mogelijkheden komen voor in die activiteiten? Welke elementen uit het Gods- en Jezusbeeld komen aan bod in verhalen? Er worden activiteiten uitgewerkt en/of aangeboden. Dit wil een verdieping van het BC vanuit levensbeschouwelijke invalshoek stimuleren.
Tweede sessie: In verschillende werkgroepen worden activiteiten uitgewerkt, rekening houdend met de leeftijd van de kleuters, en de ontwikkelingsaspecten die de kleuteronderwijzer kansen wil geven.
De LRG-component wordt zichtbaar in het klasmilieu, het aanbod van activiteiten, de begeleiding en in het klasboek van de kleuteronderwijzer. De kleuteronderwijzer wordt vertrouwd gemaakt met het componentenschema en met de wijze waarop dit een ondersteuning biedt aan de klaspraktijk.
De school krijgt voor de eerste sessie het intakedocument. De directie overlegt met het team om de beginsituatie van de school in kaart te brengen. Het team bepaalt uit het aangereikte aanbod het thema waarmee tijdens de sessie concreet aan de slag wordt gegaan.
Na ontvangst van het ingevulde intakedocument neemt de nascholer contact met de directie om verdere afspraken te verfijnen.