Internaatsopvoeders staan voor een zeer omvattende uitdaging als het gaat om studiebegeleiding. Leerlingen komen uit verschillende scholen en vooral uit verschillende richtingen en opleidingsniveaus samen in één groep. En daar moet de opvoeder zijn weg zien in te vinden. Dat blijkt een steeds grotere uitdaging te worden.
Vandaar dat we halt op de pas houden. Waar zijn we op vlak van studiebegeleiding mee bezig en waar willen wij naartoe? Wat is er binnen onze werkcontext haalbaar en realistisch? Vanuit deze bedenkingen komen we tot enkele essentiële vraagstukken.
Wat gebeurt er als we afstappen van onze ambitie om te gaan voor de (individuele) leerbegeleiding? Durven we kiezen voor studiecoaching? Wat is het verschil tussen de twee en welke consequenties hangen er aan vast? De gevolgen van de individuele studiebegeleiding (of het streven ernaar) kennen sommige internaten intussen maar al te goed. Wat zien we als we het geweer van schouder veranderen? (zonder het kind met het badwater weg te laten spoelen).
Door te kiezen voor een coachende insteek geven we de opvoeder een duidelijker zicht op zijn/haar rol. Hij/zij stapt mee in het leerproces en handelt voortdurend vanuit een coachende insteek. Hij/zij zoekt met (en onder impuls van) de leerling mee naar efficiënte manieren om het studeren. Zo wordt de leerling steeds meer eigenaar van zijn eigen leren. Om dit einddoel te bereiken hebben alle betrokkenen op het leerproces een rol te vervullen. De opvoeder is in dit verhaal heus niet degene die het grootste gewicht moet torsen.
We kijken niet alleen naar de rol van de opvoeder als coach. We kijken evenzeer naar het team. Wat doen zij als geheel om een geschikte leercontext te organiseren? Slaagt het team er in om in alle opzichten een klimaat te creëren waarin iedere leerstijl gedijt? In zo’n klimaat is er letterlijk en figuurlijk ruimte voor iedere interne om zijn eigen ‘leren leren’ te ontdekken en verder te ontwikkelen.
Als dit onze ambitie is of wordt, wat is er dan nodig als we naar de (nabije) toekomst kijken? Dat leidt ons tot een meer abstracter punt. In welke mate zijn wij als team bereid (en kundig) om deze uitdaging breed te benaderen? Welke (praktische) zekerheden moeten we dan in vraag stellen?
Als we de principes van een goede leercontext koppelen aan de diversiteit aan leerbehoeftes en de coachende rol van de opvoeder… Wat staat er ons dan te doen?