De nascholing behandelt het thema RSV in een context van diversiteit op twee niveaus: het niveau van omgaan met incidenten in de klas en het niveau van beleidsontwikkeling. Er wordt altijd gewerkt met een combinatie van kennis overdragen en via interactieve werkvormen werken aan attitudes en vaardigheden. De aangebrachte kennis wordt toegepast via concrete opdrachten en oefeningen.
We laten de deelnemers reflecteren op de vele aspecten van diversiteit in mensen en tussen mensen.
Zo komen we bij het kruispuntdenken: Onze identiteit wordt bepaald door persoonlijke, individuele aspecten doorkruist met aspecten van de sociale groepen waartoe we behoren. Dergelijke aspecten zijn normerend en bepalen onze plaats in de samenleving, met ongelijkheid, vooroordelen of uitsluiting tot gevolg. Vanuit dit bewustzijn oefenen we in de sessie op het herkennen van de aspecten van de diversiteit en deze een plaats geven. We spreken de 6 competenties van leren voor diversiteit die ons door het Steunpunt Diversiteit en Leren aangereikt worden: leren voor elkaar, multiperspectiviteit, non-discriminatie, dialoog, normaliteit en samenwerking. We zetten de deelnemers aan het werk om de actoren uit casussen rond RSV vanuit verschillende perspectieven te leren zien. Dan oefenen we de competenties van leren in diversiteit door de vragen van de casus te analyseren vanuit de verschillende perspectieven, en vervolgens in interactieve werkvormen in groepjes flexibele oplossingen te bedenken. We oefenen de dialoog en brengen zo de Katholieke Dialoogschool in de praktijk. Hoe kunnen we vanuit respect en het beluisteren van ieders eigenheid en identiteit tot gedragen oplossingen komen? We oefenen het dialoogmodel dat in het project “Katholieke dialoogschool in de praktijk” ook wordt aangereikt.
Voor het werken aan een beleid is het vertrekpunt het Raamwerk Seksualiteit en Beleid (Child Focus en Sensoa), versie Onderwijs. Het Raamwerk is ontwikkeld in samenwerking met de werkgroep Integriteit binnen het departement onderwijs, samengesteld uit vertegenwoordigers van de onderwijskoepels, ouderverenigingen, CLB en de scholierenkoepel. Het Raamwerk geeft geen visie maar is een hulpmiddel voor scholen om hun eigen visie te ontwikkelen. Het omvat een werkwijze en mogelijke instrumenten. Het is opgebouwd rondom een beleidsmatrix. Die wordt gevormd door drie niveaus van beleid (kwaliteitsbeleid, preventiebeleid en reactiebeleid) toegepast op vier domeinen: 1) zorg en educatie; 2)huisregels en accommodatie; 3) deskundigheid van het schoolteam; 4) communicatie.
Voor het thema reageren op (ongepast) seksueel gedrag wordt beknopt verwezen naar het Sensoa Vlaggensysteem. Dat is een methodiek voor pedagogisch reageren op seksueel gedrag van kinderen en jongeren. Het Vlaggensysteem evalueert incidenten op basis van 6 criteria. Is er sprake van 1) wederzijdse toestemming; 2) vrijwilligheid en 3) gelijkwaardigheid? Past het gedrag 4) bij de leeftijd en 5) binnen de context? En getuigt het gedrag van 6) zelfrespect (= niet beschadigend voor de persoon zelf)?
Ook het “Vlaggensysteem voor onderwijs: omgaan met seksueel (grensoverschrijdend) gedrag op school” is een bron. Dit materiaal is ontwikkeld door Sensoa op vraag van het departement onderwijs, in samenwerking met de werkgroep Integriteit (zie boven).
De materialen van het Vlaggensysteem zijn gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie (Vansteenkiste, 2015). Ze vertrekken vanuit de ontwikkeling van kinderen en jongeren en willen pedagogische ondersteuning bieden bij het op een acceptabele manier omgaan met seksualiteit en relaties, aansluitend bij de beginsituatie van elk kind, elke jongere.
Het nascholingsproject kadert binnen de visie van Katholiek Onderwijs Vlaanderen op relationele en seksuele vorming. Het heeft een duidelijke link naar het project Verbindend schoolklimaat. Dit laatste project vormt een concretisering van het werken aan een kwaliteitsbeleid rond relaties en is het kader voor gestalte geven aan RSV. In de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag is er een link naar herstelgericht werken.