Tijdens twee sessies verkennen lerarenteams een specifiek deel of delen uit het leerplan (TOtn2), met de focus op woordverwerving en woordenschat. Er is bijzondere aandacht voor didactiek vanuit praktijkervaringen, praktijkvoorbeelden en taal- en woordverwerving. De leraren denken na over en oefenen op verschillende onderwijsarrangementen gericht op woordenschat: incidenteel, intentioneel, impliciet en expliciet. Ze leren hierbij kansen zien tot woordverwerving in andere leergebieden uit het leerplan. We gaan na op welke wijze we de woordenschat van leerlingen kunnen evalueren.
Bij deze nascholing hoort een tussentaak.
Je wordt ondergedompeld in een ‘woordenschatervaring’. Je krijgt antwoord op volgende vragen:
- Woorden verwerven, hoe gebeurt dat?
- Wat zijn woorden?
- Hoe slaan we woorden op?
- Welke woorden moeten er geleerd worden?
- Woorden kennen, wat betekent dat?
Je onderzoekt praktijkvoorbeelden op kansen tot woordenschatverwerving. Hierbij denk je na over incidenteel, intentioneel, impliciet en expliciet woordenschatonderwijs.
Je pluist de leerlijn (TOtn2) uit in het leerplan op zoek naar woordenschat.
Je krijgt inzicht in hoe je woorden kan uitleggen en inoefenen, hoe je woordenschat kan evalueren?